Direct naar content gaan

Samenvatting

Dit standpunt is door de Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst geactualiseerd op 9 januari 2025 (NLF nog te publiceren). Het standpunt is aangepast naar aanleiding van de arresten van de Hoge Raad inzake het werkelijk rendement (HR 6 juni 2024, 23/00653, ECLI:NL:HR:2024:705, NLF 2024/1408, met noot van Van den Berg en HR 14 juni 2024, 23/02894, ECLI:NL:HR:2024:860, NLF 2024/1468, met noot van Hoogwout).

De Hoge Raad heeft zich meerdere keren uitgelaten over de individuele en buitensporige last voor wat betreft de box 3-heffing, zie onder andere de arresten van de Hoge Raad van 6 april 2018 (ECLI:NL:HR:2018:511, NLF 2018/0948, met noot van Dusarduijn), 14 juni 2019 (ECLI:NL:HR:2019:816, NLF 2019/1464, met noot van Dusarduijn), 29 mei 2020 (ECLI:NL:HR:2020:831, NLF 2020/1377, met noot van Dusarduijn) en 2 juli 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1047, NLF 2021/1405, met noot van Hoogwout). Uit deze arresten is af te leiden welke aspecten van belang zijn om te bepalen of sprake is van een individuele en buitensporige last.

Vraag

Welke aspecten zijn van belang bij het beoordelen of sprake is van een individuele en buitensporige last in box 3?

Antwoord

Allereerst moet worden gekeken of de box 3-heffing hoger is dan het werkelijk behaalde rendement (hierna: werkelijke rendement). Als dit niet het geval is, dan leidt de toepassing van de wettelijke regeling niet tot een schending van artikel 1 EP en is geen sprake van een individuele en buitensporige last. Als de box 3-heffing hoger is dan het werkelijke rendement, is het van belang te kijken of de belastingplichtige de heffing uit zijn inkomen kan voldoen (zie HR 2 juli 2021, 20/02453, ECLI:NL:HR:2021:1047, NLF 2021/1405, met noot van Hoogwout) zonder dat dit ertoe leidt dat de belastingplichtige onder de bijstandsnorm komt. Als dit mogelijk is, dan is geen sprake van een individuele en buitensporige last. Als dit niet mogelijk is en belanghebbende de heffing dus alleen kan betalen uit zijn vermogen, is sprake van interen op het vermogen. Het hangt dan af van de overige feiten en omstandigheden en de gehele financiële situatie van belanghebbende in samenhang met de box 3-heffing of er sprake is van een individuele en buitensporige last.

NB. Het vraagstuk van de individuele en buitensporige last ontwikkelt zich in de jurisprudentie. Dit kennisgroepstandpunt (memo) geeft de stand van zaken tot de publicatiedatum met betrekking tot dit vraagstuk en beperkt zich tot de individuele en buitensporige last in relatie tot box 3.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2024 e.v.
Instantie
Belastingdienst
Datum instantie
11 maart 2024
Rolnummer
KG:202:2024:6
NLF-nummer
NLF 2024/0609
Aflevering
12 maart 2024
bwbr0011353&artikel=5.1,bwbr0011353&artikel=5.1,bwbr0011353&artikel=5.2,bwbr0011353&artikel=5.2,bwbr0011353&artikel=5.3,bwbr0011353&artikel=5.3,bwbv0001001&artikel=1,bwbv0001001&artikel=1

Naar de bovenkant van de pagina