Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (bv; belanghebbende) is gebruiker van een object, dat bestaat uit onder meer 18 recreatiewoningen, een clubhuis/brasserie, een golfbaan, een speeltuin en een parkeerterrein.

In deze procedure is in geschil of de Heffingsambtenaar het object terecht als niet-woning heeft aangemerkt, en indien dit laatste juist is, of de Inspecteur terecht OZB gebruikersheffing niet-woning heeft geheven.

Volgens Rechtbank Oost-Brabant heeft de Inspecteur voldoende aannemelijk gemaakt dat het object niet in hoofdzaak tot woning dient. Het object is terecht als niet-woning aangemerkt en de Heffingsambtenaar is gerechtigd OZB gebruiker niet-woning te heffen. De Heffingsambtenaar heeft bij het opleggen van de aanslag een woondelenvrijstelling toegepast maar stelt in beroep onder verwijzing naar het arrest HR januari 2018, ECLI:NL:HR:2018:3NLF 2018/0105, met noot van Monsma, dat geen woondelenvrijstelling van toepassing is.

De Rechtbank leidt uit het arrest af dat bij het bepalen van de woondelenvrijstelling niet langer het geschiktheidscriterium, maar het bestemmingscriterium van toepassing is. Met het bestemmingscriterium wordt kennelijk bedoeld dat alleen iets dat bestemd is om enigszins duurzaam voor menselijke bewoning te dienen, onder die vrijstelling kan vallen. Gebruik van kortdurende aard wordt niet aangemerkt als ‘wonen’. Gelet op het voorgaande valt de waarde van de recreatiewoningen met bijbehorende grond niet onder de woondelenvrijstelling, omdat onbetwist vaststaat dat die recreatiewoningen bedrijfsmatig worden geëxploiteerd voor kortdurend, volgtijdig gebruik. De Rechtbank concludeert daarom dat in het onderhavige geval geen woondelenvrijstelling van toepassing is. Dat betekent dat de heffingsgrondslag van de OZB gebruiker niet-woning gelijk is aan de WOZ-waarde. De van X geheven OZB gebruiker niet-woning is niet te hoog. Het beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2017
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Datum instantie
16 april 2019
Rolnummer
18/1544
ECLI
ECLI:NL:RBOBR:2019:2178
NLF-nummer
NLF 2019/1104
Aflevering
9 mei 2019
bwbr0005416&artikel=220a,bwbr0005416&artikel=220e

Naar de bovenkant van de pagina