Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (bv; belanghebbende) exploiteert een vastgoedonderneming. Tot 8 juli 2013 hield G (bv) circa 57% van de aandelen in X, de resterende 43% werd gehouden door D (bv). De heer A hield 0,08% van de certificaten van aandelen D. De andere 99,92% werd gehouden door zijn drie kinderen. A hield alle certificaten van aandelen in G.

Het stemrecht van de aandelen G en D berustte bij A. Hij was ook statutair bestuurder van deze vennootschappen.

Bij X en gelieerde vennootschappen is een boekenonderzoek ingesteld. Lopende het onderzoek zijn aan X diverse (navorderings)aanslagen en/of verliesverrekeningsbeschikkingen opgelegd.

Rechtbank Noord-Nederland acht geen sprake van strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel nu de betreffende aanslagen zijn opgelegd omdat de aanslagtermijnen dreigden te verlopen. De Inspecteur heeft in feite geheel in lijn met het arrest van de Hoge Raad van 22 april 2022 (20/03412, ECLI:NL:HR:2022:638) gehandeld.

De Rechtbank acht geen aanleiding voor omkering van de bewijslast.

De Inspecteur heeft over de jaren 2011 tot en met 2015 correcties aangebracht in verband met de vrijval van een voorziening betreffende projectwinsten. In 2015 bedraagt de vrijval volgens de Inspecteur € 56,5 miljoen.

In 2015 is volgens de Inspecteur voorts een ‘verdwijntruc’ toegepast waarbij de hele voorziening is overgeboekt naar een schuld van € 56,5 miljoen aan een gelieerde bv en daarmee is verdwenen zonder dat de fiscale winst ermee is verhoogd. Deze vordering staat niet bij die bv op de balans. Ter behoud van rechten heeft de Inspecteur dit hele bedrag nog eens gecorrigeerd als vrijval van de schuld. Ter zitting heeft de Inspecteur verklaard dat deze correctie van € 56,5 miljoen in 2016 dient komen te vervallen.

Volgens de Rechtbank heeft de Inspecteur over de jaren 2011 tot en met 2014 terecht de dotatie aan de voorziening gecorrigeerd. In 2012 heeft hij echter niet alleen de dotatie aan de voorziening gecorrigeerd, maar ook (deels) hetgeen zich al in de voorziening bevond voorafgaand aan dat jaar. De Inspecteur heeft onvoldoende gemotiveerd waarom er in een jaar meer gecorrigeerd zou kunnen worden dan ter zake van de winst van het betreffende jaar is gedoteerd.

De Inspecteur heeft erkend dat er in 2015 niets is gedoteerd aan de voorziening. De hele correctie in 2015 dient daarom te vervallen.

De Rechtbank gaat nog in op vele andere correcties en verklaart de beroepen op diverse punten gegrond. De navorderingsaanslagen over alle jaren worden verminderd.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2011-2017
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum instantie
28 februari 2023
Rolnummer
18/2918; 20/2747; 20/2748; 20/2750; 21/1635; 21/1637
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2023:656
Auteur(s)
mr. F. van Horzen
Meijburg & Co
NLF-nummer
NLF 2023/0660
Aflevering
30 maart 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5676

Naar de bovenkant van de pagina