Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De gemachtigde in deze WOZ-zaak gaat met zijn stevige taal volgens Rechtbank Oost-Brabant de grenzen van wat van een professioneel gemachtigde verwacht mag worden te buiten. Hij heeft zich voorts de avond voor de zitting afgemeld.

De Rechtbank neemt de ruimte om het probleem van late afmeldingen en intrekkingen van zaken breder te belichten. Dan gaat het om zaken die zijn aangebracht door bureaus die werken op no cure, no pay-basis.

De Rechtbank vraagt aandacht voor het verlies aan kostbare voorbereidings- en zittingstijd door het ruim aanbrengen van zaken die te laat in het traject worden ingetrokken of waar een partij niet op zitting verschijnt. Dat verlies heeft direct gevolgen voor de doorlooptijd van andere zaken. Los van de voorbereidingstijd van de Rechtbank is er ook de voorbereidingstijd van de Heffingsambtenaren. Ook die tijd wordt uiteindelijk betaald uit belastinggeld. Het is daarom in ieders belang dat alle betrokkenen goed nadenken over de zaken die zij aanbrengen, te allen tijde vlot communiceren en sowieso tijdig laten weten of een beroep gehandhaafd wordt en, zo ja, of behandeling op een zitting noodzakelijk is.

Voornoemd aandachtspunt is de reden dat deze uitspraak wordt gepubliceerd. Niet om aan naming and shaming te doen ten aanzien van wat is overwogen ten aanzien van de onderhavige gemachtigde. De Rechtbank heeft daarom de naam van de gemachtigde geanonimiseerd, hoewel dat volgens de Anonimiseringsrichtlijn strikt genomen niet had gehoeven.

Enkel vanwege het na sluiting van het onderzoek binnengekomen bericht lijkt er nog procesbelang bij de onderhavige zaak. De Hoge Raad heeft in haar arrest van 12 juli 2024 (23/03218, ECLI:NL:HR:2024:1060, NLF 2024/1885, met noot van Thomas) bepaald dat het jarenlang gehanteerde lage tarief voor vergoeding van proceskosten in bezwaar in lokale belastingzaken buiten toepassing moet worden gelaten. De Heffingsambtenaar heeft niet bestreden dat het hogere tarief van toepassing is, ook in deze zaak.

Dit leidt ertoe dat het beroep gegrond wordt verklaard.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2023
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Datum instantie
19 november 2024
Rolnummer
24/1660
ECLI
ECLI:NL:RBOBR:2024:5516
NLF-nummer
NLF 2024/2787
Aflevering
17 december 2024

Naar de bovenkant van de pagina