Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft geurverspreiders geïmporteerd. Het betreft tabletten, in zes verschillende geuren en kleuren, hierna waxchips genoemd.

In geschil is de tariefindeling voor de douanerechten van de waxchips.

Volgens de beschrijving in de verpakking van de waxchips moet de geurwax boven in het bakje van de oliebrander worden geplaatst, boven het theelichtje dat op de gebruikelijke plaats in de oliebrander ligt. Na aansteken van het theelichtje zal de wax smelten en een (aangename of welriekende) geur verspreiden. Naar het oordeel van Rechtbank Noord-Holland is de waxchips aldus een preparaat voor het parfumeren van vertrekken. De waxchips moeten volgens de Rechtbank worden ingedeeld onder code 3307 4900 00 van de GN. Dit is dezelfde post als waaronder X de goederen bij haar aangiften heeft aangegeven. De omstandigheid dat de Rechtbank tot een andere indeling komt dan de Inspecteur in de uitspraken op bezwaar leidt niet tot gegrondverklaring van het beroep, omdat voor de posten 3307 4100 00 en 3307 4900 00 hetzelfde tarief (6,5%) van toepassing is. De Inspecteur heeft de twee verzoeken om terugbetaling van douanerechten terecht afgewezen.

Metadata

Rubriek(en)
Douane
Belastingtijdvak
2016-2017
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum instantie
2 september 2022
Rolnummer
21/4933; 21/4934
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2022:7911
NLF-nummer
NLF 2022/1912
Aflevering
29 september 2022

Naar de bovenkant van de pagina