Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende), woonachtig in Nederland, werkt sinds 2008 als verkeersvlieger in loondienst bij een vliegtuigmaatschappij, waarvan de werkelijke leiding is gelegen in het Verenigd Koninkrijk.

X is gestationeerd op een luchthaven in Italië. In het jaar 2018 heeft X 62,3% van zijn werkzaamheden op of boven het grondgebied van Italië verricht.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant beoordeelt in deze procedure of de voorkoming van dubbele belasting over het jaar 2018 naar het juiste bedrag is berekend.

In bezwaar heeft X berekend dat 62,3% van zijn werkzaamheden op of boven het grondgebied van Italië zijn verricht, zodat volgens X voor dat percentage van de buitenlandse inkomsten uit tegenwoordige dienstbetrekking voorkoming van dubbele belasting moet worden verleend. Dat is thans ook het standpunt van de Inspecteur, dat volgens beide partijen ook in lijn is met de uitspraak van het Hof Den Bosch van 18 januari 2019 (17/00733, ECLI:NL:GHSHE:2019:170, NLF 2019/1071, met noot van El Ouardi).

Later in de procedure heeft X zich op een voor hem gunstiger standpunt gesteld. Op één deelonderwerp dient op grond van het vertrouwensbeginsel van voornoemde uitspraak te worden afgeweken. Een dag waarop geheel of een deel is gewerkt in Italië, moet worden aangemerkt als een volledige werkdag in Italië. Dat blijkt volgens X uit een brief van de Inspecteur inzake de aanslagregeling over 2016.

De Rechtbank verwerpt het beroep op gewekt vertrouwen en verklaart het beroep ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Internationaal belastingrecht
Belastingtijdvak
2018
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
20 november 2024
Rolnummer
23/9007
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:7943
NLF-nummer
NLF 2024/2772
Aflevering
10 december 2024

Naar de bovenkant van de pagina