Direct naar content gaan

Samenvatting

De BIG-geregistreerde tandarts X is voor 50% aandeelhouder van een tandartsen-BV. Ze werkte in 2010 in de praktijk van de BV als tandarts samen met nog een mondhygiëniste, drie tandartsassistenten en een waarnemend tandarts.
Hof Den Haag besliste in hoger beroep dat X niet kwalificeert als IB-ondernemer.
Subsidiair was de vraag aan de orde of X door het aan de BV ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen (geleasete medische apparatuur) resultaat uit een werkzaamheid heeft genoten waarbij de afschrijving op de apparatuur als kostenpost in aanmerking kan worden genomen.
Het Hof beantwoordde deze vraag ontkennend omdat X niet de economische eigendom van de apparatuur heeft.
De Hoge Raad oordeelt dat hetgeen het Hof heeft vastgesteld met betrekking tot de inhoud van de leaseovereenkomst zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet de gevolgtrekking rechtvaardigt dat het risico van tenietgaan van de apparatuur voor de duur van de huurovereenkomst wordt gedragen door de BV en niet door X.
De zaak is verwezen naar Hof Amsterdam.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2010
Instantie
HR
Datum instantie
22 april 2016
Rolnummer
15/04185
ECLI
ECLI:NL:HR:2016:702
bwbr0011353&artikel=3.90

Naar de bovenkant van de pagina