Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In deze zaak dient Rechtbank Noord-Holland te beoordelen of de Inspecteur het verzoek om terugbetaling van invoerrechten ter zake van ‘Banana Flakes’, ‘Banana Essence’ en ‘Banana Powder’ terecht heeft afgewezen. In geschil is of de goederen in aanmerking komen voor preferentiële tariefbehandeling. In dat geval zijn geen invoerrechten verschuldigd.

Degene die een beroep wil doen op preferentiële tariefbehandeling moet daarvoor een aanvraag doen. Deze aanvraag kan achteraf worden ingediend zolang aan de in de toepasselijke maatregel vastgestelde termijnen en voorwaarden is voldaan. Een van die voorwaarden is dat een geldig certificaat van oorsprong moet worden overgelegd.

Vast staat dat in de aangifte geen preferentie werd geclaimd. X (belanghebbende) heeft eerst in het verzoek om terugbetaling een beroep op preferentiële tariefbehandeling gedaan.

Zij had in casu tot 3 januari 2021 de tijd om met een nog geldend certificaat een verzoek in te dienen. De Inspecteur heeft het verzoek pas op 5 februari 2021 ontvangen. Op het moment van het verzoek om teruggaaf was het certificaat dus al verlopen.

Daarom voldeed het verzoek op dat moment niet meer aan alle voorwaarden en wordt het beroep ongegrond verklaard.

Metadata

Rubriek(en)
Douane
Belastingtijdvak
2020
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum instantie
2 januari 2024
Rolnummer
21/3475
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2024:188
NLF-nummer
NLF 2024/1964
Aflevering
27 augustus 2024

Naar de bovenkant van de pagina