Direct naar content gaan

Samenvatting

Edward Cussens, John Jennings en Vincent Kingston (verzoekers) hebben op een terrein in Cork, Ierland, vijftien vakantiehuizen gebouwd. Zij verhuurden de onroerende goederen voor een periode van twintig jaar en één maand aan een met hen verbonden onderneming. De huurovereenkomst voor twintig jaar werd overeenkomstig het Ierse recht als een eerste vervreemding van onroerend goed aangemerkt. Over de gekapitaliseerde waarde van de huur werd btw geheven. Deze overeenkomst werd een maand later beëindigd, waarna de onroerende goederen door verzoekers aan derden werden verkocht. Over die verkopen was op grond van het Ierse recht geen btw verschuldigd, omdat alleen de oorspronkelijke eerste vervreemding, dat wil zeggen de langlopende huurovereenkomst, aan btw was onderworpen. De Ierse belastingautoriteit oordeelde vervolgens dat de eerste vervreemding, de langlopende huurovereenkomst, een kunstmatige constructie was en misbruik van recht opleverde. Derhalve moest die overeenkomst voor btw-doeleinden buiten beschouwing blijven, en moest over de latere verkoop aan derden btw worden geheven, als ware het de eerste vervreemding. Dat zou betekenen dat verzoekers aanzienlijk meer btw zouden moeten betalen.

Het Supreme Court (hoogste rechterlijke instantie, Ierland) heeft over deze kwestie acht prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie (HvJ).

Het HvJ verklaart voor recht dat het Unierechtelijke beginsel van het verbod van misbruik van recht rechtstreekse werking heeft en boven het rechtszekerheids- en het vertrouwensbeginsel gaat. Voorts verschaft het HvJ duidelijkheid over de toepassingsvoorwaarden voor dat beginsel.

Conform Conclusie A-G Bobek.

Het onderhavige arrest brengt feitelijk weinig nieuws, maar geeft wel een goed overzicht van de ins en outs rondom de toepassing van het beginsel van het verbod op misbruik van recht (of kortweg: ‘misbruik’) als algemeen beginsel van Unierecht. In dat verband is ook de eerdere conclusie van A-G Bobek lezenswaardig.

Het belastingvoordeel

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2002
Instantie
HvJ
Datum instantie
22 november 2017
Rolnummer
C‑251/16
ECLI
ECLI:EU:C:2017:881
Auteur(s)
prof. mr. dr. R.A. Wolf
Baker & McKenzie/Universiteit Groningen
NLF-nummer
NLF 2017/2863
Aflevering
7 december 2017
Judoregnummer
JCDI:NFB989
bwbr0002629&artikel=11&lid=1,bwbr0002629&artikel=15&lid=1,bwbr0002629&artikel=15&lid=1,bwbr0002629&artikel=15&lid=1,celex32016l1164&artikel=6

Naar de bovenkant van de pagina