Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) exploiteert in vof-vorm een agrarische onderneming. Op 15 oktober 2009 heeft X samen met een vennoot 204 hectare grond in volle eigendom verkregen van verkopers Y en Z. De grond is ingebracht in de vof.

De verkopers exploiteerden de grond als bos. X heeft de bomen (robinia’s) op de grond in 2009 en 2010 laten rooien waarna de grond geschikt is gemaakt voor akkerbouw. Vervolgens is de grond in 2012 geherwaardeerd naar de op dat moment geldende WEVAB, waarbij X een boekwinst van € 2.378.824 behaalde.

In geschil is of de landbouwvrijstelling van toepassing is op de boekwinst die is gerealiseerd door de herwaardering van de grond.

Rechtbank Noord-Nederland heeft geoordeeld dat de waardestijging van de grond is ontstaan als gevolg van de sfeerovergang en niet het gevolg is van het gebruik daarvan binnen de onderneming van X. Het resultaat van de herwaardering van de grond voor zover deze volgt uit de sfeerovergang, is daarom belaste boekwinst waarop de landbouwvrijstelling niet van toepassing is. De waardestijging van de grond vanaf de sfeerovergang tot het moment van de herwaardering valt – anders dan waarvan de Inspecteur is uitgegaan – wél onder de landbouwvrijstelling. Het beroep is in zoverre gegrond. Tussen partijen is niet in geschil dat X in dat geval nog recht heeft op toepassing van de landbouwvrijstelling tot een bedrag van € 628.385.

Zowel X als de Inspecteur hebben hoger beroep ingesteld.

Hof Arnhem-Leeuwarden bevestigt de uitspraak van de Rechtbank. Het Hof verwerpt onder meer de stelling van X dat hij de grond heeft aangekocht als landbouwgrond en deze ook steeds als zodanig is blijven gebruiken. X maakt ook niet aannemelijk dat in 2010 (een deel van) de boekwinst op de grond reeds is gerealiseerd. Ook de stellingen van de Inspecteur slagen niet. X heeft de gronden vanaf de datum van aankoop aangewend in het kader van zijn landbouwbedrijf.

Het beroep van zowel X als de Inspecteur is ongegrond.

De Hoge Raad heeft op 18 oktober 2024 het beroep in cassatie tegen deze uitspraak verworpen onder verwijzing naar artikel 81 Wet RO.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2012
Instantie
HR
Datum instantie
18 oktober 2024
Rolnummer
22/02410
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:1479
NLF-nummer
NLF 2024/2355
Aflevering
22 oktober 2024
bwbr0011353&artikel=3.12,bwbr0011353&artikel=3.12

Naar de bovenkant van de pagina