Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Bij besluit met dagtekening 7 juli 2023 heeft de Heffingsambtenaar van de gemeente Maastricht aan X (bv; belanghebbende) voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot herziening van een deel van het bestemmingsplan ‘Maastricht West’ een aanslag leges opgelegd van € 8.669,70.

Bij Rechtbank Limburg stelt X dat de aanvraag niet door haar is gedaan, maar door A (bv). De aanslag is daarom ten onrechte aan haar opgelegd, aldus X ter zitting.

De Rechtbank stelt X in het gelijk. Zij oordeelt dat A de legesschuldige is. Verder kan er naar het oordeel van de Rechtbank geen misverstand bestaan met betrekking tot de vraag voor wie de aanslag bestemd is, namelijk X. Zeker kan worden gezegd dat X en A gelieerd zijn, maar de verordening kent geen bepaling waarin meerdere rechtspersonen als één legesschuldige (een zogenoemde fiscale eenheid) worden gezien. De Rechtbank komt tot de conclusie dat, omdat de aanslag op naam van A had moeten worden opgelegd, de aanslag moet worden vernietigd. Uit het arrest van de Hoge Raad van 12 augustus 2016 (15/02070, ECLI:NL:HR:2016:1903, NLF 2016/0011, met noot van Ramautarsing) kan voorts worden afgeleid dat er geen sprake is van een betalingsverplichting voor de legesschuldige (A), aldus de Rechtbank.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2023
Instantie
Rechtbank Limburg
Datum instantie
19 december 2024
Rolnummer
23/2183
ECLI
ECLI:NL:RBLIM:2024:10030
NLF-nummer
NLF 2025/0123
Aflevering
14 januari 2025
bwbr0005416&artikel=229,bwbr0005416&artikel=229

Naar de bovenkant van de pagina