Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

De broer van verkrijger X is in 2016 overleden. De broer (hierna: erflater) had niet bij testament over zijn nalatenschap beschikt. X is één van zeven erfgenamen. X heeft de nalatenschap beneficiair aanvaard.

X is op 11 juli 2016 overleden. Haar zoon is de enige erfgenaam en de belanghebbende in de onderhavige procedure.

Ten name van wijlen X is een aanslag in de erfbelasting opgelegd van na bezwaar € 5.463. De aanslag is in bezwaar verminderd vanwege een verlaging van de vastgestelde WOZ-waarde van een tot de nalatenschap behorende woning.

De zoon stelt in hoger beroep dat de aanslag wegens een onjuiste tenaamstelling vernietigd moet worden.

Hof Arnhem-Leeuwarden verwerpt dit standpunt. Dat X twee maanden na de erfrechtelijke verkrijging zelf is overleden, doet niet eraan af dat zij de belastingplichtige verkrijger was ten tijde van het overlijden van de erflater en dat de aanslag dus ten name van haar moet worden opgelegd. Dat X de nalatenschap beneficiair heeft aanvaard, staat anders dan de zoon betoogt ook niet aan de aanslag in de weg (vgl. artikel 71, lid 1, SW 1956).

In de onderhavige procedure over de heffing van erfbelasting kan een onherroepelijk vastgestelde WOZ-waarde voorts niet worden verlaagd. Voor vermindering van de aanslag is geen grond.

Het hoger beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Schenk- en erfbelasting
Belastingtijdvak
2016
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
14 december 2021
Rolnummer
19/01704
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:11524
NLF-nummer
NLF 2022/0057
Aflevering
6 januari 2022
bwbr0002226&artikel=71&lid=1,bwbr0002226&artikel=71&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina