Samenvatting
Het kabinet dacht het lek in het schip van Financiën boven water te hebben met de vervanging van Menno Snel door twee staatssecretarissen: Hans Vijlbrief, verantwoordelijk voor de Belastingdienst en Alexandra van Huffelen, verantwoordelijk voor de Douane en de dienst Toeslagen. Het opsplitsen van de verantwoordelijkheden heeft de problemen echter (nog) geenszins opgelost. Inmiddels is een Inspecteur-Generaal op komst die extern toezicht op de Belastingdienst moet gaan houden. Wie is de perfecte kandidaat voor deze functie. Fred van Horzen en Paul de Haan hebben een eigen voorkeurslijst opgesteld. Belangstellenden worden uitgenodigd om ook zelf hun eigen voorkeuren door te geven om de lijst zo compleet mogelijk te maken.
Opinie
Burgemeester: ‘ik heb u laten komen, heren, om u een alleronaangenaamste mededeling te doen. Er is een revisor naar ons op weg’.
Inleiding
Het is zover. Dat wat nooit gedacht kon worden, ligt nu in het verschiet. Co-opinista Van Horzen berichtte aan Paul de Haan op 13 juli jl. per mail:
Paul zag meteen Danny Kaye in de rol van namaak-Inspecteur-Generaal in de film The Inspector General bij Van Huffelen en Vijlbrief aanschuiven, waarop laatstgenoemden aan één stuk door excuses mompelen. De toeslagenaffaire kent nu eenmaal Gogoliaanse proporties waarop Gogols ‘liefde voor oplichters, gekken, dolgedraaide bureaucraten, alledaags absurdisme, komische uitweidingen en taalspelletjes’ (aldus ‘Gids voor de wereldliteratuur’ van Pieter (en Jet) Steinz) heel goed past.
Een nieuwe commissie
Wat is het geval. In de brief van 10 juli schrijven staatssecretarissen Van Huffelen en Vijlbrief aan de Tweede Kamer dat de problemen van de Belastingdienst op het gebied van sturing, ICT, cultuur en personeelsopbouw groot, complex en deels hardnekkig zijn en voor kritiek zorgen in de politiek en maatschappij. Maar er gloort licht aan de horizon:
Dat zijn dan Sigrid Hemels, Judith van Erp en Jan van den Bos, waarvan alleen de eerste fiscale kennis in huis heeft. De overige twee hebben – voor zover ons bekend – niets met belastingen van doen. Wij delen de kritiek van Leo Stevens – te weten dat er veel te weinig fiscalisten in de ambtelijke top van de Belastingdienst vertegenwoordigd zijn.
Zitten fiscalisten in zelf gekozen quarantaine?
Maar wellicht dat de fiscale belangenverenigingen zich dit kunnen afvragen: zou die afwezigheid iets met de reputatie van fiscalisten te maken kunnen hebben? De discussie rond de toeslagen heeft zich nagenoeg geheel buiten de sector van de fiscale beroepsgroep afgespeeld. Van een vermaard fiscalist die we daarnaar vroegen, begrepen wij dat het toeslagstelsel wel als erg complex werd ervaren door de sector. Een sector die zijn hand niet omdraait voor schizofrene en disparitaire cv/bv-structuren en andere (reversed) hybrids, redeemable ‘pref share’-opzetjes, single-, double-, of zelfs tripledipstructuren and no-inclusionstructuren, dual resident acquisition vehikels, IP on- en offshoring, boxhoppen in de IB-sfeer en het inroepen van het EU-recht om geen last te hebben van fiscale beperkingen, vindt de techniek van de kinderopvangtoeslag wel wat al te ingewikkeld. Over de negatieve invloed van een discriminerende en etnisch profilerende Belastingdienst op het vestigingsklimaat wordt in alle toonaarden gezwegen. Is alleen het klimaat in de directiekamer en in de eigen ivoren toren een relevante factor van aandacht? Dat geeft op zich niet, maar klaag dan ook niet dat je in zo’n beetje ieder gerespecteerd politiek-bestuurlijk gremium wordt geweerd als een verslaafde straatmuzikant uit een kroeg of een blokfluit spelende 10-jarige met slechts één nummer op het repertoire uit een winkelstraat.
Verdere studie door deskundigen is onnodig
Het is algemeen bekend dat de Belastingdienst de afgelopen jaren als onderzoeksobject meer bezocht is dan menig amusementspark of huis van lichte zeden in het pre-intelligente lockdowntijdperk. Zelfs een adviesbureau als Deloitte verzucht:
Dit heldere advies wordt nu weer door het ministerie naast zich neergelegd met de instelling van de Commissie-Hemels/Van Erp/Van den Bos. Is er nu werkelijk niemand binnen de Belastingdienst van 20.000 mensen die gewoon een modelletje kan maken voor het toezicht? Moet daar weer een commissionair legitimerend kleed overheen? Waarom vraagt de politieke top van het ministerie van Financiën dan niet het Openbaar Ministerie? Die kunnen dat meteen meenemen in hun vervolgingsbesluit.
De kernvraag is: Welke vorm moet het externe toezicht op de Belastingdienst hebben? Deelvragen:
- Hoe zou het nieuwe externe toezicht zich moeten verhouden tot de reeds bestaande interne en externe checks en balances en controlemechanismen op de Belastingdienst?
- Welke vormgeving en positionering zou passen bij een nieuw in te richten extern toezichtsmodel op de Belastingdienst?
- Op welke wijze kan extern toezicht bijdragen aan een open en veilige organisatie waar medewerkers met vertrouwen werken?
Ons advies aan Van Huffelen en Vijlbrief: doe nu eens gewoon het werk, dames en heren beleidsmakers, in plaats van wederom eerst deskundigen te bevragen. Praat uiteraard wel met deskundigen – met de WRR, met de Rekenkamer, met de Ombudsman, met de Kamer, met de Raad van State, met wat organisatieadviseurs en bestuurskundigen. En als u al een deskundige in huis wil hebben, neem dan contact op met Ali Noroozi die het instituut van Inspecteur-Generaal in Australië langdurig heeft bemenst. Noroozi is blijkens zijn afscheidsrede (10 oktober 2018) in ieder geval beschikbaar ‘for weddings, funerals and bar mitzvahs’. Daar kan een Microsoft Teams-, BlueJeans-, Skype-, WebEx- of Zoom-vergadering met het Nederlandse ministerie van Financiën ook nog wel bij.
Nog maar weer eens een opdracht bij een commissie neerleggen is angst; het is tijdrekken; het valt in de geest van tijd waarin alles gepolitiseerd wordt, feiten minder belangrijk zijn dan ervaring en emotie en professionaliteit vaak een hinderlijke sta-in-de-weg is. Dus de externe druk wordt groter en de interne deskundigheid minder. Vrij naar de gebezigde terminologie van oud-DG Van Lunteren: zelfs voor het ‘plakken van een lekke band’-probleem wordt tegenwoordig een batterij externe deskundigen aangetrokken. Het niet hebben van een fiscale achtergrond strekt daarbij tot aanbeveling. Dat krijg je als intern iedere deskundige kritiek op beleidsvoorstellen wordt afgekapt met het dodelijke verwijt van deloyaal zijn. Iedere kritisch denken wordt zo in de kiem gesmoord. Maar Frits Sobels en ondergetekenden hebben al lang de route aangegeven in onze eerdere opinies voor NLFiscaal. Wij gaan er dan ook gemakshalve van uit dat de Inspecteur-Generaal er komt. In Australië is dat inmiddels Ms Karen Payne als opvolgster van Ali Noroozi. En in Nederland?
Geef ons namen
De Gogoliaanse president Donald Trump heeft zich eerder dit jaar al pro-actief bemoeid met de invulling van de post van Inspecteur-Generaal. Op 6 april zei hij tijdens een persconferentie:
Deze oproep vormt voor ons de aanleiding om een opiniepeiling te houden onder de lezers van NLF Opinie:
‘Wie dient volgens u Inspecteur-Generaal der Belastingen te worden?’
Onze eigen voorkeurslijst ziet er als volgt uit:
- Hans Gribnau
- Pieter Omtzigt & Renske Leijten
- Anna Gunn
- Sigrid Hemels
met als ere Inspecteur-Generaal Leo Stevens.
U kunt de top vier van uw voorkeur per mail doorgeven aan: felix.peppelenbosch@nlfiscaal.nl
Wij zullen periodiek de stand van de peiling publiceren.