2.3.
In de periode van september 2019 tot en met december 2019 is, zowel per e-mail als telefonisch, uitvoerig contact geweest tussen de gemachtigde van belanghebbende en de Inspecteur over de vraag of de afwaardering van het stuk grond in [land] en het valutaverlies dat daarmee in verband staat ten laste van de fiscale winst mag worden gebracht. In deze periode zijn door beide partijen compromisvoorstellen gedaan.
2.4.
In de e-mail van 4 november 2019, verstuurd door de gemachtigde van belanghebbende aan de Inspecteur, staat voor zover hier relevant het volgende:
“Naar aanleiding van ons constructieve gesprek vandaag heb ik met belastingplichtige overlegd over een compromis aangaande de bezwaarprocedure tegen de aanslagen vennootschapsbelasting 2015 en 2016.
Compromis
Voor 2015 trekt belastingplichtige het bezwaar in, waarbij voor 2016 de lagere bedrijfswaardering als in bijgaande Excel-sheet berekend, plaats zal vinden.
Koersresultaat
In de Excel-sheet ontvangt u mijn berekeningen van het koersresultaat. Hieruit blijkt een koersverlies toerekenbaar aan Nederland ter hoogte van € 1.046.201. Dit ontstaat doordat in dit voorbeeld het initiële eiland 50% wordt afgewaardeerd. Mogelijk is het ondergelopen eiland nog minder waard, daarvoor zou een taxatie nodig zijn. Daarin zal dan nog rekening worden gehouden met dat het gaat om een land met veel politieke onzekerheden en onbetrouwbaarheid van de waterstand. Een lastige waardebepaling lijkt mij.
Gevolgen heffing
In de Excel-sheet geef ik in een ander tabblad het effect op het belastbaar bedrag weer. In dit voorstel blijft de correctie voor 2013, 2014 en 2015 ongewijzigd. Wel zal het verlies in 2016 door carry back verrekend worden met de winsten van 2015 en met de winsten in de toekomst. De aanslag vennootschapsbelasting 2014 blijkt dan nog overeind met een bedrag van de aanslag ter hoogte van € 18.555."
In het Excelbestand dat bij de e-mail is gevoegd staat voor zover hier relevant het volgende:
Belastbare winst Correctie Belastbaar bedrag Verliesverrekening
2013 - 261.294 261.191 0
2014 - 83.334 156.037 72.703
2015 132.011 156.037 288.048 - 288.048
2016 15.520 - 890.164 - 905.684
Bedrag Voorlopige Belastingrente Aanslagbedrag Vermindering
aanslag aanslag
2013 0 0 0
2014 14.540 4.015 18.555 0
2015 0 0 76.127 76.127
2016 36.950 - 3.104 5.034 41.984 41.984
Te verrekenen verlies 2016 617.636.''
2.5.
In de uitgewisselde e-mails op 24 december 2019 staat het volgende:
E-mail (hierna: e-mail 1) van de gemachtigde van belanghebbende aan de Inspecteur:
“Hierbij ontvang je de nieuwe berekeningen, de koers zal lager uitvallen dan in het eerste voorstel, omdat we vastgesteld hebben dat de historische koers 0,21 euro = 1 peso wordt. Zie daarvoor ook bijgaande Excel-sheet, waarin ik dit verwoord en berekend heb. De kostenpost (negatief valutaresultaat) als gevolg van deze lagere bedrijfswaardering bedraagt dan € 845.612"
In het Excelbestand dat bij de e-mail is gevoegd staat voor zover hier relevant het volgende:
Belastbare winst Correctie Belastbaar bedrag Verliesverrekening
2013 - 261.294 261.191 0
2014 - 83.334 156.037 72.703
2015 132.011 156.037 288.048 - 288.048
2016 15.520 - 689.575 - 705.095
Bedrag Voorlopige Belastingrente Aanslagbedrag Vermindering
aanslag aanslag
2013 0 0 0
2014 14.540 4.015 18.555 0
2015 0 0 76.127 76.127
2016 36.950 - 3.104 5.034 41.984 41.984
Te verrekenen verlies 2016 417.047.''
E-mail (hierna: e-mail 2) van de Inspecteur aan de gemachtigde van belanghebbende:
''Jouw Excel-bestand bevat een correctie uitwerking voor de bepaling van de belastbare winst 2016. Ik zal de aanslag Vpb 2016 als volgt herzien:
Vastgestelde belastbare winst (incl. een vrijval van de HIR) € 171.557
Valutaresultaat € 845.612 (neg)
Herziene belastbare winst € 674.055 (neg)
Graag verneem ik of jij hiermee instemt.
Daarnaast verzoek ik jou het bezwaar tegen de aanslag Vpb 2015 in te trekken (dat kan in dezelfde e-mail (...) .''
E-mail (hierna: e-mail 3) van de gemachtigde van belanghebbende aan de Inspecteur:
“Ik stem met de schikking in. Het bezwaar tegen de aanslag vennootschapsbelasting 2015 trek ik om die reden dan ook bij deze in.
Wellicht ten overvloede: Verder gaat belastingplichtige er vanuit dat de herziene negatieve belastbare winst (verliezen) van 2017 middels de wettelijke regelingen omtrent carry back en carry forward verrekend worden. Eerst carry back met de winsten van 2015 en de rest middels carry forward tot en met 2025 met winsten die dan vallen (eerst 2017 dan 2018 etc.).
Mocht jij hier andere ideeën bij hebben dan hoor ik het graag.
Belastingplichtige stuurt jou ook nog een akkoord voor de volledigheid.”
E-mail (hierna: e-mail 4) van belanghebbende aan de Inspecteur :
"Ik kan mij goed vinden in het bijgaande compromis en de voorwaarden die u hebt afgesproken met [naam5] m.h.t. de herziening van de belastingclaim richting [belanghebbende] bv. (... ) "
2.6.
De Inspecteur heeft bij verliesverrekeningsbeschikking van 8 februari 2020 het verlies van 2016 voor zoveel mogelijk verrekend met de belastbare winst van belanghebbende over 2015, en de aanslag Vpb 2015 van belanghebbende verminderd naar een belastbaar bedrag van nihil. Het bedrag van de bij aanslagregeling over 2015 vastgestelde belastingrente is daarbij niet gewijzigd.
2.7.
In zijn e-mail van 13 februari 2020 heeft de gemachtigde aan de Inspecteur geschreven:
Belastingplichtige heeft de verliesverrekeningsbeschikking vennootschapsbelasting 2015 ontvangen. Hierop is tot zijn verrassing de belastingrente ter hoogte van € 14.116 niet verminderd. In de meegestuurde excel sheets over de belastinggevolgen bij het totstandkomen van de beschikking was de belastingrente ook verminderd. De aanslag vennootschapsbelasting 2014 blijft dan overeind was de conclusie en die is reeds betaald.
Had jij in beeld dat de belastingrente overeind zou blijven voor 2015 bij het treffen van de schikking? Beoogde je dat?”
2.8.
De Inspecteur heeft daarop per e-mail van 14 februari 2020 aan de gemachtigde – voor zover hier van belang – geantwoord:
Eerlijk gezegd heb ik geen seconde stilgestaan bij de belastingrente. In mijn e-mail van 24 december 2019 heb ik mij ook niet uitgelaten over de belastingrente (ik heb alleen aangegeven dat de belastbare winst 2016 correct was berekend).
Als ik het goed zie, schuilt het probleem erin dat de excel-uitwerking op het punt van de belastingrente afwijkt van de wettelijke regeling. Ik zie geen mogelijkheid deze onaangename verrassing (…) te verzachten. De belastingrente immers conform de wettelijke bepalingen vastgesteld en is er geen schending is van een algemeen beginsel van behoorlijk bestuur die tot een andere uitkomst noopt. ”
2.9.
Op 20 februari 2020 heeft belanghebbende (opnieuw) bezwaar gemaakt. In zijn e-mail van 21 april 2020 heeft de gemachtigde daarover aan de Inspecteur geschreven:
“Om tot een afspraak te komen voor een hoorgesprek inzake het bezwaar van [belanghebbende] B.V. ontvangt dit bericht. Bij voorkeur een fysieke bijeenkomst in een goed ventilerende ruimte tegen evt. aerosol. Wanneer is dat weer mogelijk bij de Belastingdienst?”
2.10.
Daarop heeft de Inspecteur bij e-mailbericht van 30 april 2020 aan de gemachtigde laten weten:
“Het is momenteel voor medewerkers van de belastingdienst niet toegestaan om fysieke hoorgesprekken te organiseren. Dit is locatie onafhankelijk. Er wordt gewerkt aan een plan om weer veilig fysieke bijeenkomsten plaats te kunnen laten vinden, maar een concrete ingangsdatum naar aanleiding hiervan kan ik u niet geven.
Gelet hierop zijn er m.i. 2 opties:
1. het hoorgesprek wordt uitgesteld. We spreken bijvoorbeeld af om bijvoorbeeld eind mei weer contact te hebben om te kijken of er dan mogelijkheden zijn om een fysiek hoorgesprek te plannen.
2. telefonisch horen.
Graag hoor ik waar uw voorkeur naar uit gaat.”
En in de e-mail van 28 mei 2020:
“Met betrekking tot de mogelijkheden om fysiek hoorgesprekken te organiseren, kan ik u het volgende mededelen.
Momenteel wordt het belastingdienst kantoor Groningen ingericht conform de richtlijnen en mogelijkheden van de ‘anderhalvemetersamenleving’. Thuiswerken blijft voor de medewerkers van de belastingdienst echter voorlopig nog de norm.
Er is nog geen zicht op welke termijn er mogelijkheden zijn om veilig fysieke hoorgesprekken te organiseren.
Gelet op het bovenstaande, verzoek ik u om aan te geven of u het hoorgesprek wenst uit te stellen of gebruik wilt maken van de mogelijkheid om telefonisch te horen.”
2.11.
Daarop heeft de gemachtigde aan de Inspecteur in een e-mail van 29 mei 2020 bericht:
“Ik wens het dan verder uit te stellen. Ik vind juiste ventilatie belangrijk, ook al is dat nog geen uitgesproken richtlijn van het RIVM. Gelet op het weer kunnen we wat mij betreft ook buiten een hoorgesprek houden met inachtneming van de 1,5 m.”
2.12.
In zijn e-mail van 4 juni 2020 heeft de gemachtigde aan de Inspecteur onder meer geschreven:
“Met deze e-mail geef ik aan dat ik geen bezwaar maak tegen verlenging van de behandeltermijn van het bezwaar tegen de beschikking vennootschapsbelasting 2015 voor [belanghebbende] B.V.
Zoals besproken: U geeft het aan mij door zodra we gehoord kunnen worden op locatie bij de Belastingdienst (bij voorkeur). Ik geef u aan wanneer het horen telefonisch zal plaatsvinden (momenteel bij voorkeur niet).”
2.13.
Op 16 november 2021 is belanghebbende door de Inspecteur uitgenodigd voor een hoorgesprek op 13 januari 2022. De hoorzitting heeft uiteindelijk plaatsgevonden op 20 januari 2022, waarna de Inspecteur op 4 maart 2022 bij uitspraak op bezwaar het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard. De Rechtbank heeft het daartegen gerichte beroep van belanghebbende van 7 april 2022 bij uitspraak van 17 mei 2023 ongegrond verklaard en het verzoek van belanghebbende om toekenning van een vergoeding voor geleden immateriële schade afgewezen.