Direct naar content gaan

Samenvatting

In de loop van jaren heeft X een totaalbedrag van € 381.168,35 aan zijn bv onttrokken. Eén dag voor haar faillissement had de bv dus een vordering van die hoogte op X, welke vordering X die dag administratief heeft weggeboekt. Voorts heeft X minder dan drie maanden na het faillissement een bedrag ter hoogte van € 117.500 kwijtgescholden op zijn vordering op zijn dochter. Door het kwijtschelden van dit bedrag heeft X ervoor gezorgd dat de curator geen (dan wel minder) verhaal op X kon halen.

X voert bij de civiele kamer van Rechtbank Gelderland aan dat de vernietiging van de schenking door de curator niet rechtsgeldig is omdat er sprake is van onrechtmatig verkregen bewijs. De curator heeft namelijk van de fiscus afschrift gekregen van de schenkingsakte tussen hem en zijn dochter, terwijl hij geen recht heeft op inzage in de strikt persoonlijke fiscale aangiften en onderliggende stukken van (alle) familieleden van de (indirect) bestuurder van een gefailleerde vennootschap.

De Rechtbank overweegt dat belastingambtenaren zijn onderworpen aan een wettelijke geheimhoudingsplicht. Deze geheimhoudingsplicht geldt echter ingevolge artikel 67, lid 1, AWR en artikel 67, lid 1, IW 1990 niet indien bekendmaking noodzakelijk is voor de uitvoering van de belastingwet of de invorderingswet, dan wel voor de invordering of de heffing van rijksbelastingen. Zo’n noodzaak (fiscaal belang) is altijd aanwezig als de fiscus vorderingen ter verificatie en/of boedelvorderingen heeft aangemeld, de boedel onvoldoende actief heeft om deze fiscale vorderingen integraal te voldoen en de curator via aansprakelijkstelling van de bestuurders en/of commissarissen het boedelactief wil proberen te vergroten. Indien de curator een actie instelt of gaat instellen ten gevolge waarvan de fiscus als crediteur van de failliet meer mogelijkheden tot invordering van de belastingschuld krijgt of waarbij de fiscus als gevolg van die actie een heffingsbelang heeft, kan informatie worden uitgewisseld. Nu in de onderhavige zaak een fiscaal belang bestaat, is van onrechtmatig verkregen bewijs dan ook geen sprake.

Uiteindelijk stelt de Rechtbank de curator volledig in het gelijk.

De curator heeft een opeisbare vordering in rekening-courant op X van € 381.168,35.

De rechtshandeling waarbij X een bedrag van € 117.500 aan zijn dochter heeft geschonken is jegens de boedel paulianeus en daarom rechtsgeldig vernietigd door de curator.

X moet aan de curator een bedrag van € 381.168,35 betalen te vermeerderen met de contractuele rente daarover van 3% per jaar.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2018
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum instantie
23 november 2022
Rolnummer
C/05/399009/HZ, ZA, 22-36
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2022:6533
Auteur(s)
prof. mr. A.J. Tekstra
Blauw Tekstra Uding
NLF-nummer
NLF 2023/0011
Aflevering
5 januari 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5422
bwbr0002320&artikel=67,bwbr0002320&artikel=67

Naar de bovenkant van de pagina