Samenvatting
De in het onderhavige wetsvoorstel voorgestelde definitie van preferente aandelen wordt op grond van deze nota van wijziging aangepast voor zover deze definitie betrekking heeft op hybride aandelen, waarbij zowel kenmerken van preferente aandelen als kenmerken van gewone aandelen aanwezig zijn. Op grond van de aangepaste voorgestelde definitie worden hybride aandelen voor de toepassing van de DSR ab en de BOR deels aangemerkt als een preferent aandeel en deels als een niet-preferent aandeel. Het deel van het aandeel dat voorrang kent ten aanzien van de winstverdeling of liquidatieopbrengsten wordt aangemerkt als preferent aandeel en het andere deel als een niet-preferent aandeel. Het ondernemingsvermogen en het beleggingsvermogen van het lichaam worden naar rato van de WEV van de betreffende aandelen toegerekend aan het (fictief opgeknipte) niet-preferente aandeel en preferente aandeel.
Van voorrang van een aandeel kan enkel sprake zijn als die voorrang er is ten opzichte van andere aandelen. De beoordeling vindt plaats vanuit het aandeel. Niet van belang is wie de houder van die andere aandelen is. De aangepaste voorgestelde definitie wordt in deze nota van wijziging met voorbeelden geïllustreerd.