Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(1)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent(1)

Samenvatting

X (SA; belanghebbende), gevestigd te Spanje, heeft op 1 juli 2016 alle aandelen in vennootschap A (bv) verkregen. Ter zake van deze verkrijging heeft X € 273.992 overdrachtsbelasting op aangifte voldaan.

A houdt alle aandelen in B (bv). Deze bv exploiteert zendmasten, bestemd voor telecommunicatieapparatuur. Zij zijn gebouwd door de voormalig zendmastenexploitant KPN, waarvan A en B een afsplitsing zijn.

Aan X is een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting van € 8.379.992 opgelegd. De aandelen in A (en B) zijn aangemerkt als fictieve onroerende zaken als bedoeld in artikel 4, lid 1, aanhef en onderdeel a, Wet BRV (OZR). Voor de kwalificatie als OZR gelden een bezitseis en een doeleis.

X heeft beroep ingesteld.

Tussen partijen is niet in geschil dat de grond in eigendom een onroerende zaak is die een waarde heeft van € 1,2 miljoen. Aan de zendmasten is een waarde toegekend van € 11,7 miljoen. X stelt dat de zendmasten geen onroerende zaken zijn. De Inspecteur bestrijdt dat.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de zendmasten onroerend zijn, omdat zij naar aard en inrichting bestemd zijn om duurzaam ter plaatse te blijven. Dit geldt ook voor de zendmasten op gehuurde grond.

De aankoopsom die bij de verkrijging van de aandelen is betaald, rekent de Rechtbank nagenoeg geheel toe aan de zendmasten. Aan de bezitseis is daardoor voldaan.

Omdat het kenmerkende bedrijfsproces van A en B het exploiteren van de zendmasten is, is daarmee voorts voldaan aan de doeleis in de zin van artikel 4 Wet BRV.

De Rechtbank verwerpt de stelling van X dat voor de maatstaf van heffing moet worden aangesloten bij de waarde van elke individuele zendmast. Ook het beroep van X op de netwerkvrijstelling slaagt niet.

De naheffingsaanslag blijft in stand.

Het beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Belastingen van rechtsverkeer
Belastingtijdvak
2016
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
8 januari 2025
Rolnummer
22/5916; 23/656
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2025:67
NLF-nummer
NLF 2025/0112
Aflevering
14 januari 2025
bwbr0002740&artikel=4,bwbr0002740&artikel=4

Naar de bovenkant van de pagina