Direct naar content gaan

Samenvatting

Op 1 juni 2005 is X (bv; belanghebbende) in staat van faillissement verklaard. Op 29 maart 2006 is het faillissement van X opgeheven wegens de toestand van de boedel (gebrek aan baten).

Bij beschikking van 24 juli 2019 is de vereffening van het vermogen van X heropend vanwege nog te ontvangen baten, waarna de Inspecteur is verzocht het bezwaar inzake een naheffingsaanslag loonheffing over het tijdvak 16 maart 2000 tot en met 31 december 2001 (alsnog) te behandelen en opnieuw op het bezwaar te beslissen. De Inspecteur heeft daar afwijzend op gereageerd omdat het verzoek onredelijk laat is ingediend.

Rechtbank Gelderland heeft het beroep van X niet-ontvankelijk verklaard.

Dat is volgens Hof Arnhem-Leeuwarden (20/00967, ECLI:NL:GHARL:2021:8438, NLF 2021/1899) onterecht. Volgens het Hof kan een brief van 15 november 2019 niet anders worden opgevat dan als een (definitieve) schriftelijke weigering van de Inspecteur om uitspraak op bezwaar te doen. Daartegen staat, zonder voorafgaande ingebrekestelling, beroep open bij de Rechtbank. Van die mogelijkheid heeft X tijdig gebruikgemaakt.

Het Hof oordeelt dat in de heropende vereffening geen aanleiding kan worden gevonden om de Inspecteur (alsnog) uitspraak op bezwaar te laten doen of de Inspecteur daartoe te verplichten. In de bijzondere omstandigheden van het geval kon en mocht de Inspecteur dat weigeren, temeer daar hij onweersproken heeft gesteld dat de onbetaald en onverrekend gebleven bestuursrechtelijke (belasting)schuld die uit de naheffingsaanslag en de beschikkingen over de boete en de heffingsrente voortvloeit, inmiddels ruimschoots is verjaard.

De heropening van de vereffening is derhalve geen weg om de rechtmatigheid van de naheffingsaanslag en de beschikkingen over de boete en de heffingsrente alsnog te laten beoordelen door de fiscale bestuursrechter. Aan die beoordeling wordt niet toegekomen.

Tegen deze uitspraak heeft X met twee middelen cassatieberoep ingesteld. Volgens A-G IJzerman zijn beide middelen terecht voorgesteld. Hij concludeert dan ook tot gegrondverklaring van het cassatieberoep.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
16 maart 2000 t/m 31 december 2001
Instantie
A-G
Datum instantie
16 augustus 2022
Rolnummer
21/04266
ECLI
ECLI:NL:PHR:2022:756
Auteur(s)
prof. mr. A.J. Tekstra
Blauw Tekstra Uding
NLF-nummer
NLF 2022/1880
Aflevering
29 september 2022
Judoregnummer
JCDI:NFB5238
bwbr0002320&artikel=25,bwbr0002320&artikel=25,bwbr0005537&artikel=6:2,bwbr0005537&artikel=6:2,bwbr0005537&artikel=6:12,bwbr0005537&artikel=6:12

Naar de bovenkant van de pagina