Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In het kader van een strafrechtelijk onderzoek heeft op 29 juni 2016 een onderzoek plaatsgevonden op het woonadres en in het voertuig van X (belanghebbende). Voor dit onderzoek was een machtiging afgegeven tot binnentreden in de woning ter inbeslagneming van goederen als bedoeld in artikel 96 Sv. Aldaar werden, onder andere, 6.680 stuks sigaretten aangetroffen die niet voorzien waren van een Nederlandse accijnszegel. De aangetroffen sigaretten zijn in beslag genomen en X heeft van de sigaretten afstand gedaan.

Naar aanleiding van het bovenstaande heeft de Inspecteur aan X een naheffingsaanslag accijns van € 1.212 opgelegd en daarbij € 70 belastingrente in rekening gebracht.

Het geschil spitst zich toe op de vraag of de Inspecteur ter onderbouwing van de naheffingsaanslag gebruik heeft gemaakt van strafrechtelijk onrechtmatig verkregen bewijsmiddelen en zo ja, welke consequentie dat heeft.

Hof Den Bosch ziet evenals in eerste instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant geen aanleiding om enig bewijsmateriaal uit te sluiten van gebruik. Voor dat geval is niet in geschil dat de naheffingsaanslag terecht en naar het juiste bedrag is vastgesteld.

Het hoger beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Accijnzen
Belastingtijdvak
2016
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
18 februari 2021
Rolnummer
20/00206
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2021:624
Auteur(s)
Ivo Krukkert
Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2021/0675
Aflevering
1 april 2021
Judoreg
NFB4228

Naar de bovenkant van de pagina