Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Vereniging X (belanghebbende) is zakelijk gerechtigde tot een aantal percelen die zijn gelegen in rijkswater.

In geschil is of het Waterschap Zuiderzeeland bevoegd is de percelen te betrekken in de watersysteemheffing.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt evenals in eerste instantie Rechtbank Overijssel dat de aanslagen watersysteemheffing ten onrechte zijn opgelegd.

Provinciale Staten zijn op grond van artikel 2 Waterschapswet bevoegd tot het vaststellen van het waterschapsgebied, maar dat gebied kan niet omvatten gedeelten van het provinciaal gebied waarin het watersysteembeheer exclusief berust bij het Rijk en ten aanzien waarvan het waterschap geen taak heeft. Het gebied kan dan ook niet tot het gebied van het Waterschap Zuiderzeeland worden gerekend. De verordening waarin is bepaald dat de percelen behoren tot het gebied van het Waterschap, is daarom in zoverre onverbindend.

De Heffingsambtenaar vraagt zich nog af welke mogelijkheden hij dan wel heeft om het muskus- en beverrattenbeheer op de in geding zijnde percelen te bekostigen. Het is evenwel niet aan de belastingrechter om daarover een uitspraak te doen.

Het hoger beroep van de Heffingsambtenaar is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2021
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
26 november 2024
Rolnummer
23/101
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2024:7347
NLF-nummer
NLF 2024/2775
Aflevering
10 december 2024
bwbr0005108&artikel=2,bwbr0005108&artikel=2

Naar de bovenkant van de pagina