Samenvatting
Dit wetsvoorstel is op 11 november 2021 door de Tweede Kamer aangenomen. Tevens is het volgende amendement aangenomen:
35 933, 11. Het aanmerken van de verkrijging van vermogensbestanddelen onder algemene titel in het kader van een fusie of splitsing als een verkrijging van vermogensbestanddelen door middel van een met een kapitaalstorting etc. vergelijkbare rechtshandeling.
Naar aanleiding van een van de aanbevelingen – een maatregel uit de voorgestelde basisvariant – van de Adviescommissie belastingheffing van multinationals heeft het kabinet op Prinsjesdag 2020 aangekondigd om in 2021 met een afzonderlijk wetsvoorstel te komen om mismatches die ontstaan door een verschil in toepassing van het zakelijkheidsbeginsel in de vennootschapsbelasting (ook wel: het arm’s length-beginsel) te bestrijden. Dergelijke mismatches worden ook wel verrekenprijsverschillen genoemd. Het doel van het onderhavige wetsvoorstel is om verrekenprijsverschillen weg te nemen die ontstaan als gevolg van een verschillende toepassing van het zakelijkheidsbeginsel in met name internationale situaties, die ertoe leiden dat een deel van de winst van een multinationale onderneming niet in een naar de winst geheven belasting wordt betrokken. Dat laatste kan zich bijvoorbeeld voordoen bij de zogenoemde informeelkapitaalstructuren. Kort gezegd beperkt dit wetsvoorstel bij de belastingplichtige een neerwaartse aanpassing van de winst op grond van het zakelijkheidsbeginsel voor zover bij het andere lichaam dat bij de transactie betrokken is geen of een te lage corresponderende opwaartse aanpassing in de belastinggrondslag wordt betrokken. Op deze manier beoogt dit wetsvoorstel verrekenprijsverschillen te neutraliseren en situaties van dubbele niet-heffing te voorkomen. De voorgestelde maatregelen bewerkstelligen dat de winst in die gevallen ten minste eenmaal ergens wordt belast. Hiermee loopt Nederland ook internationaal meer in de pas.