Direct naar content gaan

Samenvatting

In deze BPM-zaak heeft de Inspecteur aan X (bv) een naheffingsaanslag opgelegd die na bezwaar is verminderd. Hof Den Bosch heeft vooropgesteld dat in gevallen als het onderhavige bij de naheffing van BPM het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel in acht moet worden genomen. Naar het oordeel van het Hof heeft de Inspecteur dit beginsel geschonden omdat hij X niet in de gelegenheid heeft gesteld om te worden gehoord voorafgaand aan het verminderen van de naheffingsaanslag, hij niet alsnog feiten en/of omstandigheden heeft gesteld die rechtvaardigen dat hij dat niet heeft gedaan, en omdat X bovendien geen uitstel van betaling kon verkrijgen.

Het Hof heeft aan die schending echter geen gevolgen verbonden. Het heeft vooropgesteld dat schending van het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel alleen tot nietigverklaring van het genomen besluit leidt wanneer de desbetreffende administratieve procedure zonder de onregelmatigheid een andere afloop had kunnen hebben. Het Hof is tot de slotsom gekomen dat zonder de onregelmatigheid de naheffingsaanslag niet tot een lager bedrag zou zijn opgelegd.

In cassatie oordeelt de Hoge Raad dat het Hof ten onrechte heeft geoordeeld dat zonder de schending van het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel de naheffingsaanslag niet tot een lager bedrag zou zijn vastgesteld. Immers, als X voorafgaand aan het opleggen van de naheffingsaanslag zou zijn gehoord, had zij feiten, omstandigheden en argumenten naar voren kunnen brengen die tot een andere afloop van het besluitvormingsproces van de Inspecteur hadden kunnen leiden. Omdat de Inspecteur X de mogelijkheid hiertoe heeft onthouden, moet die onzekerheid voor risico van de Inspecteur komen.

De Hoge Raad doet de zaak af. De naheffingsaanslag wordt vernietigd. Ook wordt aan X een vergoeding van € 500 toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Autobelastingen
Belastingtijdvak
2017
Instantie
HR
Datum instantie
23 december 2022
Rolnummer
20/02604
ECLI
ECLI:NL:HR:2022:1917
Auteur(s)
mr. J.J. Vetter
Geradts & Vetter Advocaten
NLF-nummer
NLF 2023/0120
Aflevering
12 januari 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5545
bwbr0005806&artikel=10,bwbr0005806&artikel=10,bwbv0001506&artikel=110,bwbv0001506&artikel=110

Naar de bovenkant van de pagina