Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

De Duitse Segler-Vereinigung Cuxhaven is een officieel geregistreerde vereniging die tot doel heeft de zeilsport en de motorwatersport te bevorderen. Over de vergoeding voor het ter beschikking stellen van ligplaatsen aan passanten heeft de vereniging in de litigieuze jaren (2010 tot en met 2012) het verlaagde btw-tarief toegepast. Volgens de Duitse belastingdienst zijn de vergoedingen aan het normale btw-tarief onderworpen. De vereniging meent dat het standpunt van de belastingdienst leidt tot schending van het gelijkheidsbeginsel omdat het ter beschikking stellen van percelen voor campers en caravans wél aan het verlaagde btw-tarief is onderworpen.

In deze context heeft het Bundesfinanzhof aan het HvJ gevraagd of artikel 98, lid 2, Btw-richtlijn, gelezen in samenhang met bijlage III, punt 12, bij deze richtlijn, aldus moet worden uitgelegd dat het in deze bepaling bedoelde verlaagde btw-tarief voor de verhuur van percelen op kampeerterreinen en in caravanparken ook van toepassing is op de verhuur van ligplaatsen voor schepen.

Het HvJ beantwoordt de prejudiciële vraag ontkennend.

Kan een belastingplichtige zich op de Btw-richtlijn beroepen om toepassing van een laag tarief af te dwingen? Uit de onderhavige uitspraak blijkt dit een kwestie van ‘mogen’ en ‘moeten’. Het HvJ onderzoekt allereerst of een lidstaat een laag tarief mag toepassen voor de verhuur van ligplaatsen van schepen. Dit blijkt niet het geval; de prestatie is niet aan te merken als het bieden van accommodatie waarvoor een laag tarief is toegestaan op grond van bijlage III, punt 12, bij de Btw-richtlijn.

Van een ‘moeten’ uit hoofde van het neutraliteitsbeginsel (gelijke prestaties moeten gelijk belast worden) is evenmin sprake. Volgens het HvJ vervult de verhuur van percelen op parkeerterreinen en in caravanparken andere functies dan de verhuur van ligplaatsen voor schepen en is aldus geen sprake van concurrentie. Er bestaat dan geen aanleiding om het lage tarief dat voor de ene prestatie geldt ook voor de andere prestatie te laten gelden.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2010-2012
Instantie
HvJ
Datum instantie
19 december 2019
Rolnummer
C-715/18
ECLI
ECLI:EU:C:2019:1138
Auteur(s)
Redmar Wolf
Baker & McKenzie/Universiteit Groningen
NLF-nummer
NLF 2020/0007
Aflevering
2 januari 2020
Judoreg
NFB2951
celex32006l0112&artikel=98,celex32006l0112&artikel=98

Naar de bovenkant van de pagina