Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In deze conclusie van A-G Koopman staan twee onderwerpen centraal. Het eerste onderwerp is bewijsuitsluiting en de leer van de ‘fruits of the poisonous tree’ (of: de vruchtenleer). Het tweede onderwerp is de tussenbeslissing in het bestuursrecht. Het gaat daarbij in het bijzonder over de vraag of de rechter gebonden is aan een eerder (in dezelfde instantie) op grond van artikel 8:29 Awb genomen geheimhoudingsbeslissing.

Hof Arnhem-Leeuwarden heeft eerst het beroep van de Inspecteur op beperkte kennisneming op grond van artikel 8:29 Awb grotendeels gehonoreerd.

X heeft tegen die 8:29-beslissing cassatieberoep ingesteld. Dat beroep is niet-ontvankelijk verklaard.

Daarna heeft het Hof de behandeling van de zaak hervat. Het Hof heeft toen opnieuw een geheimhoudingsprocedure opgestart omdat er stukken zouden ontbreken in het dossier. In onderdeel 4 van deze conclusie behandelt de A-G het karakter van een dergelijke tussenbeslissing en de vraag of de bestuursrechter daarop kan terugkomen.

Aan X (belanghebbende) is een navorderingsaanslag IB/PVV 2011 opgelegd waarin een vervreemdingsvoordeel uit aanmerkelijk belang is begrepen van € 21 miljoen. De Inspecteur meent namelijk dat X niet in Zwitserland, maar in Nederland woonachtig was toen hij zijn aanmerkelijk belang vervreemdde. Daarover heeft de Inspecteur een tip ontvangen van een anonieme derde, waarna de Belastingdienst verder onderzoek heeft verricht. De Inspecteur heeft de stukken die zien op de tip en de identiteit van de tipgever geheimgehouden.

Het Hof heeft de navorderingsaanslag van € 6 miljoen vernietigd en al het bewijs voor de aanslag onbruikbaar verklaard. Het Hof heeft geoordeeld dat de Inspecteur onrechtmatig heeft gehandeld door deze tip te gebruiken zonder de details ervan te delen.

Tegen dit oordeel heeft de staatssecretaris cassatieberoep ingesteld.

De A-G concludeert dat de uitspraak van het Hof dient te worden vernietigd en geeft de Hoge Raad in overweging om de zaak te verwijzen.

De A-G concludeert voorts dat bewijs in een belastingzaak alleen mag worden uitgesloten als de Belastingdienst alle perken te buiten is gegaan in de behandeling van een belastingplichtige. Het Hof had volgens de A-G moeten beoordelen of het bewijsmateriaal een ‘uitsluitend en rechtstreeks’ gevolg was van de onrechtmatige verwerking van de tip. Deze aanpak, vergelijkbaar met het strafrecht, vereist dat de rechter nauwkeurig motiveert waarom bewijs moet worden uitgesloten.

Als het cassatieberoep van de staatssecretaris door de Hoge Raad gegrond wordt verklaard, zou het verwijzingshof ook moeten beoordelen of de proceskostenvergoeding van € 80.000 dient te vervallen.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2011
Instantie
A-G
Datum instantie
20 december 2024
Rolnummer
24/02042
ECLI
ECLI:NL:PHR:2024:1398
NLF-nummer
NLF NLF
bwbr0002320&artikel=4,bwbr0005537&artikel=8:29

Naar de bovenkant van de pagina