NLFiscaal | Remigratie van de ab-houder en de vestigingsplaatsficties van artikel 4.35 en 7.5, lid 6, Wet IB 2001

Philippe Albert

Gerelateerde content

Deel dit document via e-mail

De Hoge Raad besteedde in zijn arrest van 20 september 2024 (ECLI:NL:HR:2024:1243) wel aandacht aan de vestigingsplaatsfictie van artikel 7.5, lid 6, Wet IB 2001, maar niet aan die van artikel 4.35 Wet IB 2001. Philippe Albert onderzoekt of dat terecht was.

De auteur schrijft dit artikel op persoonlijke titel.

Log hier in om verder te lezen

Inkomstenbelasting

Step up
Aanmerkelijk belang (buitenlandse belastingplicht)
Conserverende aanslag (betalingstermijn)
Uitstel van betaling (betalingstermijn)
Uitstel van betaling
Voorwaarden verbonden aan uitstel (gronden die het verzet kunnen dragen)
Weigering om tijdens behandeling van het verzoek daartoe reeds uitstel te verlenen (gronden die het verzet kunnen dragen)
Geen opheffing maar opschorting (schorsende werking verzet) (geldig tot 1-1-2018)
Schorsing voor zover executie wordt bestreden (schorsende werking verzet) (geldig tot 1-1-2018)
Opheffing door Ontvanger (schorsende werking verzet) (geldig tot 1-1-2018)
Kwijtschelding

15 oktober 2024

NLF-W 2024/43

4.25, 4.35, 7.5 Wet IB 2001

16 Uitv.besl. IB 2001

prof. mr. dr. P.G.H. Albert

Nyenrode Business Universiteit, Baker Tilly (Netherlands)

bwbr0011353~artikel_4.25,bwbr0011353~artikel_4.35,bwbr0011353~artikel_7.5,bwbr0004770~artikel_25,bwbr0004770~artikel_26,bwbr0012066~artikel_16