Direct naar content gaan

Samenvatting

Stichting X (belanghebbende) is belast met de organisatie en de coördinatie van de tuchtrechtspraak op de advocatuur. Zij zorgt ervoor dat er te allen tijde personeel beschikbaar is ter ondersteuning van de tuchtcolleges voor advocaten, te weten het Hof en de Raden van Discipline (de Tuchtcolleges).

In geschil is of X diensten verricht die belast zijn met omzetbelasting.

Dat is volgens Rechtbank Den Haag het geval. X bedingt geen vergoeding bij de Tuchtcolleges en de Tuchtcolleges betalen ook geen vergoeding aan X. Wel ontvangt X een financiële bijdrage van de NOvA (Nederlandse orde van advocaten) omdat zij diensten verleent aan de Tuchtcolleges. De hoogte van de bijdrage is gebaseerd op de jaarlijkse begroting van X en de bijdrage is ook kostendekkend. Zodoende is sprake van een bijdrage die X ontvangt van de NOvA die rechtstreeks verband houdt met haar diensten aan de Tuchtcolleges. De diensten van X zijn derhalve verricht onder bezwarende titel en zijn belast met omzetbelasting.

Hof Den Haag sluit zich in hoger beroep aan bij het oordeel van de Rechtbank dat X diensten onder bezwarende titel verricht aan de Tuchtcolleges en de gronden waarop dat oordeel rust. Het Hof is verder met de Rechtbank van oordeel dat X haar diensten verricht in het economische verkeer. De conclusie is dat X diensten verricht die belast zijn met omzetbelasting.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2019-2020
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
15 december 2022
Rolnummer
21/01231; 21/01232; 21/01233; 21/01234; 21/01235; 21/01236; 21/01237
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2022:2700
Auteur(s)
mr. A. Vroon
Ministerie van Financiën
NLF-nummer
NLF 2023/0303
Aflevering
9 februari 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5588
bwbr0002629&artikel=1,bwbr0002629&artikel=7&lid=1,bwbr0002629&artikel=7&lid=2,bwbr0002629&artikel=7&lid=3,bwbr0002629&artikel=1

Naar de bovenkant van de pagina