Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een bestuurder van een BV die zich met drugshandel heeft bezig gehouden is aansprakelijk gesteld voor het door de BV niet-betalen van premie werknemersverzekeringen van personeel dat in de periode van januari 1994 tot en met december 1995 zwart is betaald. Daarbij is hij ook aansprakelijk gesteld voor de aan de BV opgelegde verhoging. Daarnaast is de bestuurder ook strafrechtelijk vervolgd voor het leiding geven aan de BV bij haar opzettelijke overtreding van artikel 10 Coördinatiewet Sociale Verzekering.
De strafkamer van de Hoge Raad beslist dat geen toepasselijke rechtsregel in de weg staat aan een strafvervolging van een bestuurder die voor niet-betaalde premie aansprakelijk is gesteld.
Hij beslist voorts dat ook als zou moeten worden aangenomen dat de bestuurder erover zou hebben geklaagd dat hij voor de feiten waarvoor hij strafrechtelijk is veroordeeld ook reeds door de aansprakelijkstelling is bestraft, dat verweer moet worden verworpen omdat die aansprakelijkstelling nog niet onherroepelijk vaststond. Alle andere cassatiemiddelen worden met toepassing van artikel 81 RO verworpen. De boete was overigens met inachtneming van de overschrijding van de redelijke termijn op 500 euro vastgesteld.

Metadata

Rubriek(en)
Overig
Belastingtijdvak
1994 - 1995
Instantie
HR
Datum instantie
21 september 2004
Rolnummer
01699.03
ECLI
ECLI:NL:HR:2004:AO4045
ECLI:NL:PHR:2004:AO4045

Naar de bovenkant van de pagina