Direct naar content gaan

Samenvatting

In deze zaak is in geschil of het verzoek van X (belanghebbende) om ambtshalve vermindering van de aanslag IB/PVV 2013 terecht wegens overschrijding van de vijfjaarstermijn is afgewezen.

De termijn voor het indienen van het verzoek was verstreken op 31 december 2018.

X stelt dat hij in een brief van 5 december 2017 heeft verzocht om ambtshalve vermindering van de aanslag.

Hof Arnhem-Leeuwarden volgt X niet in zijn stelling.

De Inspecteur heeft die brief aangemerkt als bezwaar tegen de met dagtekening 29 november 2017 opgelegde aanslag. Nu de Inspecteur het bezwaar ontvankelijk heeft verklaard en inhoudelijk heeft beoordeeld, is er geen aanleiding de genoemde brief tevens aan te merken als een verzoek om ambtshalve vermindering als bedoeld in artikel 9.6 Wet IB 2001. Door tijdig bezwaar in te dienen, en tegen de uitspraak op bezwaar beroep en hoger beroep in te stellen, heeft X de noodzakelijke rechtsmiddelen kunnen aanwenden tegen de aanslag. De noodzaak voor extra rechtsbescherming – door het bezwaar mede aan te merken als een verzoek om ambtshalve vermindering waartegen bezwaar en beroep openstaat – ontbreekt dan.

Gelet op het voorgaande moet ervan worden uitgegaan dat X eerst op 9 oktober 2020, te weten na het verstrijken van de vijfjaarstermijn, een verzoek om ambtshalve vermindering heeft ingediend.

Het hoger beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2013
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
22 november 2022
Rolnummer
21/01762
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2022:10108
NLF-nummer
NLF 2022/2415
Aflevering
8 december 2022
bwbr0011353&artikel=9.6,bwbr0011353&artikel=9.6

Naar de bovenkant van de pagina