Direct naar content gaan

Samenvatting

A, B en C zijn bij de oprichting in 2017 van energiebedrijf X (belanghebbende) middellijk aandeelhouders geworden en hebben ieder een indirect belang van 5%. De overige aandelen worden gehouden door drie buitenlandse aandeelhouders. Bij de oprichting zijn A, B en C voorts in privé als bestuurders van X benoemd.

De Inspecteur heeft de toepassing van de doorbetaaldloonregeling in de zin van artikel 32d Wet LB 1964 geweigerd. In geschil is of dat terecht is.

Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant is dat niet het geval.

Vast staat dat A, B en C in de in geschil zijnde jaren ieder 5% van de aandelen in X houden en in persoon als statutair bestuurder van X zijn benoemd. Met ingang van 1 april 2019 zijn de houdstervennootschappen als statutair bestuurder benoemd. Tevens staat vast dat A, B en C in dienstbetrekking staan tot de houdstervennootschappen. Aan het vereiste dat A, B en C zowel in (fictieve) dienstbetrekking staan tot X als in dienstbetrekking staan tot hun houdstervennootschappen is dus voldaan.

De stelling van de Inspecteur dat de houdstervennootschappen geen reële betekenis hebben en dat aan de (fictieve) dienstbetrekking bij X meer gewicht moet worden toegekend en die dienstbetrekking als ‘hoofddienstbetrekking’ moet worden aangemerkt, slaagt niet.

X heeft ook voldoende feiten en omstandigheden aangevoerd om de conclusie te rechtvaardigen dat aan de zakelijkheidstoets wordt voldaan. Dat de buitenlandse aandeelhouders vanwege de omvang van de investering die zij hebben gedaan tezamen 85% van de aandelen bezitten, leidt niet tot een ander oordeel. Het is in dit verband niet noodzakelijk dat de financiële verhoudingen – min of meer – gelijk zijn.

Tot slot kwalificeren de houdstervennootschappen niet als zuivere management-bv’s. De houdstervennootschappen houden immers aandelen in X. Er is geen sprake van oneigenlijk gebruik van de doorbetaaldloonregeling dat de wetgever heeft willen voorkomen.

De conclusie luidt dat X voldoet aan de voorwaarden van artikel 32d Wet LB 1964 en de doorbetaaldloonregeling kan worden toegepast.

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Belastingtijdvak
2017-2018
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
6 april 2022
Rolnummer
19/130; 19/630
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2022:1573
Auteur(s)
dr. F.M. Werger
BDO
NLF-nummer
NLF 2022/1037
Aflevering
2 juni 2022
Judoregnummer
JCDI:NFB5035
bwbr0002471&artikel=32d,bwbr0002471&artikel=32d

Naar de bovenkant van de pagina