Direct naar content gaan

Samenvatting

Deze conclusie maakt onderdeel uit van een reeks van vijf zaken over de bewijsmaatstaf bij bestuurlijke boetes. In een gemeenschappelijke bijlage (Conclusie van 5 juli 2024, 23/04710 e.a., ECLI:NL:PHR:2024:774) bij deze vijf conclusies legt A-G Koopman uit waarom de strenge bewijsmaatstaf ‘overtuigend aantonen’ niet uitsluit dat het bewijs van het beboetbare feit kan worden gebaseerd op niet-ontzenuwde vermoedens. Deze vermoedens moeten echter zo sterk zijn dat ze rechtvaardigen dat het redelijkerwijs niet anders kan zijn dan dat het beboetbare feit door de belastingplichtige is gepleegd.

X (belanghebbende) is vennoot van een vof die een coffeeshop exploiteert. De Inspecteur heeft verschillende waarnemingen ter plaatse verricht en is een boekenonderzoek gestart naar de aangiften IB/PVV voor de jaren 2011 tot en met 2016. Dit onderzoek heeft geleid tot het opleggen van aanslagen en vergrijpboetes, waartegen X beroep, hoger beroep en cassatieberoep heeft ingesteld.

De Hoge Raad (HR 13 oktober 2023, 21/05244, ECLI:NL:HR:2023:1336, NLF 2023/2459, met noot van Kossen) heeft geoordeeld dat de enkele omvang van niet-aangegeven inkomsten niet voldoende is om opzet te concluderen, ook niet in de vorm van voorwaardelijk opzet. De zaak was verwezen naar Hof Amsterdam om te beoordelen of X de opzet had zoals vereist door artikel 67d, lid 1, AWR.

Het verwijzingshof (6 februari 2024, 23/1221 t/m 23/1225, ECLI:NL:GHAMS:2024:1355, NLF 2024/1265) heeft geoordeeld dat de zeer gebrekkige administratie van de coffeeshop alleen verklaard kan worden door een opzettelijk doel om omzet en winst voor de Belastingdienst te verbergen. De verklaring van X hierover wordt als ongeloofwaardig bestempeld, waarbij het Hof gebruikmaakt van niet-ontzenuwde bewijsvermoedens.

Ook tegen dit oordeel heeft X cassatieberoep ingesteld.

A-G Koopman is van mening dat het Hof terecht gebruik heeft gemaakt van niet-ontzenuwde bewijsvermoedens en geeft de Hoge Raad in overweging om het cassatieberoep ongegrond te verklaren.

Zie ook de idem-zaak (ECLI:NL:PHR:2024:737, NLF 2024/1778).

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2011 t/m 2016
Instantie
A-G
Datum instantie
5 juli 2024
Rolnummer
24/00736
ECLI
ECLI:NL:PHR:2024:738
Auteur(s)
mr. R.W.J. Kerckhoffs
OM Functioneel Parket
NLF-nummer
NLF 2024/1755
Aflevering
30 juli 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6513
bwbr0002320&artikel=67d,bwbr0002320&artikel=67d

Naar de bovenkant van de pagina