Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De staatssecretaris heeft de schriftelijke vragen van de Tweede Kamer beantwoord (20 pagina’s) die zijn gesteld naar aanleiding van de beantwoording van een drietal sets schriftelijke Kamervragen inzake belastingconstructies. Dit betreft antwoorden op:

  1. vragen van het lid Idsinga over het artikel ‘Hoge Raad oordeelt in nadeel van de fiscus, boetes dividendstrippen onzeker’ (2024Z00776, beantwoord op 12 februari 2024, NLF 2024/0466);
  2. vragen van de leden Stultiens, Maâtoug en Dijk over het artikel over belastingontwijking door de rijkste vrouw van Nederland (2024D20515, beantwoord op 22 mei 2024, NLF 2024/1288); en
  3. vragen van het lid Idsinga over het artikel ‘Hoe chemiebedrijf OCI zijn aandeelhoudersmiljarden uitkeert en de fiscus met lege handen achterblijft’ (2024Z07493, beantwoord op 22 mei 2024, NLF 2024/1286).
Ad 1.

Dit betreft de antwoorden op Kamervragen over het artikel ‘Hoge Raad oordeelt in nadeel van de fiscus, boetes dividendstrippen onzeker’ (FD, 19 januari 2024). De vragen zien op de gevolgen van het arrest van de Hoge Raad van 19 januari 2024 (20/01884, ECLI:NL:HR:2024:49, NLF 2024/0371, met noot van Brandsma en Hageman) voor de aanpak van dividendstripping en de doorwerking van het arrest naar de per 1 januari 2024 ingevoerde maatregelen. In de beantwoording worden de belangrijkste oordelen van de Hoge Raad kort samengevat. Stellige uitspraken over de gevolgen zijn op dit moment niet mogelijk, aangezien de zaak is doorverwezen naar Hof Den Haag voor een nieuwe beoordeling.

Een aantal vragen ziet op het versnellen van (het onderzoek naar) de vervolgaanpak van dividendstripping. De beantwoording van deze vragen sluit aan bij de uitlatingen van de staatssecretaris tijdens de parlementaire behandeling van het pakket Belastingplan 2024. De staatssecretaris heeft daarbij nader onderzoek toegezegd, aangegeven uit welke onderdelen dit onderzoek bestaat en toegezegd dat de Kamer in het voorjaar van 2025 de uitkomsten van dit onderzoek ontvangt. Daarbij heeft hij destijds benadrukt dat het onderzoek naar alternatieve maatregelen zeer complex en technisch is, en dat het onderzoek om die reden tijd kost.

Een gedegen aanpak van dividendstripping vergt dat de tijd wordt genomen om zorgvuldig onderzoek te doen naar effectieve vervolgmaatregelen. Wel heeft hij aangegeven dat hij de Kamer eerder zal informeren over het deelonderzoek naar de door andere EU-landen getroffen maatregelen wanneer het onderzoek dat toelaat.

Ad 2.

Dit betreft de antwoorden op Kamervragen over het artikel ‘Charlene de Carvalho-Heineken, “the queen of beer”, betaalt liefst geen belasting’ (NRC, 4 april 2024). De staatssecretaris geeft aan dat het kabinet belastingontwijking door middel van fiscale trucs onwenselijk acht. Belastingontwijking ondermijnt de belastingmoraal en leidt tot onrechtvaardigheid, omdat het zich onttrekken aan belastingheffing door de een uiteindelijk tot hogere lasten voor de ander leidt. Daarom doet het kabinet er alles aan om belastingontwijking streng aan te pakken, zowel nationaal als internationaal. In de afgelopen jaren zijn al veel maatregelen genomen tegen belastingontwijking. De aanpak van belastingontwijking is dan ook een belangrijk speerpunt van het kabinet. De materie die in het artikel wordt beschreven, heeft betrekking op de belastingheffing van zogenoemde ‘high net worth individuals’. Momenteel wordt onderzocht of er in internationaal en Europees verband afspraken kunnen worden gemaakt over de belastingheffing van deze individuen.

In de beantwoording van deze Kamervragen gaat de staatssecretaris ook uitgebreid in op het keuzerecht van een vennootschap om een betaling aan haar aandeelhouders te doen middels een terugbetaling van kapitaal of een dividenduitkering en het bestrijden van belastingconstructies.

Ad 3.

Dit betreft de antwoorden op Kamervragen over het artikel ‘Hoe chemiebedrijf OCI zijn aandeelhouders miljarden uitkeert en de fiscus met lege handen achterblijft’ (NRC, 23 april 2024). De staatssecretaris geeft aan dat hij vanwege de fiscale geheimhoudingsplicht van artikel 67 AWR niet kan ingaan op individuele fiscale dossiers. Voorts geeft hij aan dat het kabinet belastingontwijking in zijn algemeenheid onwenselijk acht. De aanpak van belastingontwijking is dan ook een belangrijk speerpunt van het kabinet. Belastingontwijking ondermijnt namelijk de belastingmoraal en leidt tot onrechtvaardigheid. Het zich onttrekken aan belastingheffing door de een leidt uiteindelijk tot hogere lasten voor de ander. Het kabinet doet er dan ook alles aan dit streng aan te pakken, zowel nationaal als internationaal. De afgelopen jaren zijn al veel maatregelen genomen tegen belastingontwijking.

Terugbetaling van kapitaal als zodanig kan echter niet worden aangemerkt als belastingontwijking, geeft de staatssecretaris aan. Het gaat hier dan ook niet om constructies die worden bestreden of bijgehouden. Daarom wordt dit niet gemonitord door de Belastingdienst. Verder geeft de staatssecretaris nog aan dat de in het artikel omschreven materie raakt aan de belastingheffing van zogenoemde ‘high net worth individuals’. Op dit moment wordt verkend of er in internationaal en Europees verband afspraken gemaakt kunnen worden over de belastingheffing van dergelijke individuen.

Metadata

Rubriek(en)
Overig
Belastingtijdvak
2024 e.v.
Instantie
MvF
Datum instantie
27 augustus 2024
Rolnummer
2024-0000399268
NLF-nummer
NLF 2024/1974
Aflevering
3 september 2024

Naar de bovenkant van de pagina