Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In deze WOZ-zaak verschillen partijen van mening over het antwoord op de vraag of op grond van afspraken mag worden aangenomen dat een schriftelijke hoorzitting heeft plaatsgevonden.

Rechtbank Limburg stelt voorop dat een schriftelijke aanvulling op één lijn kan worden gesteld met een hoorzitting, mits daarmee is ingestemd en het voldoende zorgvuldig kan geschieden. De Rechtbank is van oordeel dat de Heffingsambtenaar het aanvullend bezwaarschrift van 20 september 2023, nu daarin de vermelding ‘Hoorzitting’ ontbreekt en daarin, zoals ook in het bezwaarschrift van 16 augustus 2023, wordt verzocht om een telefonische hoorzitting, niet mocht aanmerken als een schriftelijke hoorzitting.

Omdat de Rechtbank niet de conclusie kan trekken dat X zonder meer in het gelijk moet worden gesteld en zij niet heeft verzocht zelf in de zaak te voorzien, wijst de Rechtbank de zaak terug naar de Heffingsambtenaar.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2023
Instantie
Rechtbank Limburg
Datum instantie
29 oktober 2024
Rolnummer
24/2489
ECLI
ECLI:NL:RBLIM:2024:9941
NLF-nummer
NLF 2025/0176
Aflevering
21 januari 2025
bwbr0005537&artikel=7:2,bwbr0005537&artikel=7:2

Naar de bovenkant van de pagina