Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In het Belastingplan 2025 is een motie aangenomen waarin de regering wordt verzocht om alternatieven te onderzoeken voor de afschaffing van de verlaagde btw-tarieven op diverse goederen en diensten, zoals genoemd in tabel I Wet OB 1968. Het zoeken naar alternatieven geldt niet voor logiesverstrekking als bedoeld in tabel I, post b.11.

Artikel LXII bevat een overgangsregeling waarbij betalingen en overdrachten van vouchers in 2025, die betrekking hebben op leveringen en diensten vanaf 2026, direct belast worden tegen het algemene btw-tarief (21%). De staatssecretaris acht het echter onwenselijk om betalingen en vouchers al per 1 januari 2025 onder het algemene tarief te brengen vanwege de hoge administratieve en maatschappelijke lasten. Daarom wordt vooruitlopend op wetgeving goedgekeurd dat de overgangsregeling voor betalingen en vouchers met betrekking tot bepaalde tabelposten (zoals a.29, b.14 en b.17) wordt uitgesteld tot 1 juli 2025. Uitzondering hierop vormt logiesverstrekking (post b.11), waarvoor de overgangsregeling vanaf 1 januari 2025 wél geldt. Betalingen in 2025 voor deze diensten vallen onder het algemene btw-tarief als ze plaatsvinden op of na 1 januari 2026.

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2025 (Stcrt. 2024, 40471).

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
1 januari 2025 e.v.
Instantie
MvF
Datum instantie
13 december 2024
Rolnummer
2024-33245
NLF-nummer
NLF 2024/2808
Aflevering
17 december 2024
bwbr0002629&artikel=9,bwbr0002629&artikel=9

Naar de bovenkant van de pagina