Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) is eigenaar van een vakantiepark, golfbaan en brasserie (hierna ook: de objecten). A (bv) exploiteert het vakantiepark, de golfbaan en de brasserie.

De Heffingsambtenaar heeft voor de objecten een WOZ-beschikking afgegeven naar een waarde van € 3.430.000 voor het jaar 2018.

X meent dat de Heffingsambtenaar is uitgegaan van een onjuiste objectafbakening. Volgens X moeten enerzijds de golfbaan met brasserie en anderzijds het vakantiepark los van elkaar gewaardeerd worden.

Hof Den Bosch geeft X in hoger beroep gelijk.

Het Hof is anders dan Rechtbank Oost-Brabant van oordeel dat géén sprake is van een samenstel, waardoor sprake is geweest van een onjuiste objectafbakening. De Heffingsambtenaar had moeten uitgaan van twee verschillende onroerende zaken, waarvoor elk een waarde had moeten worden bepaald. Het Hof ziet in dit specifieke geval geen aanleiding om tot bepaling van de waarde van een correct afgebakend WOZ-object te komen, omdat beide onroerende zaken in eigendom zijn van X, in gebruik zijn bij dezelfde vennootschap (A) en in dezelfde gemeente zijn gelegen. Het Hof vernietigt de WOZ-beschikking en de aanslag OZB. Het is aan de Heffingsambtenaar om, met inachtneming van de daarvoor geldende regels, nieuwe WOZ-beschikkingen vast te stellen en aanslagen OZB op te leggen.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2018
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
14 september 2022
Rolnummer
21/00478
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2022:3201
NLF-nummer
NLF 2022/2315
Aflevering
24 november 2022
bwbr0007119&artikel=16,bwbr0007119&artikel=16

Naar de bovenkant van de pagina