Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) is sinds 2003 geregistreerd als btw-ondernemer vanwege de verhuur van onroerend goed. Hij heeft in 2007 een landgoed met opstallen gekocht. Eén van de opstallen betreft een monumentenpand. Een molen op het landgoed heeft X via de gemeente tegen een verkoopprijs van € 1 overgedragen aan een molenstichting.

In 2013 en 2014 hebben aan het monumentenpand diverse verbouwingen en restauraties plaatsgevonden. X is daarna in het pand gaan wonen. De arbeiderswoningen op het landgoed heeft X eind 2013 / begin 2014 laten slopen. Op die locatie zijn vier bouwkavels gerealiseerd om te verkopen.

In 2019 heeft X twee bouwkavels geleverd en in verband daarmee € 223.228 aan omzetbelasting voldaan. Hiertegen heeft hij bezwaar gemaakt en is hij in beroep gegaan. X stelt dat hij de kavels als privépersoon heeft verkocht en geleverd en dat sprake is van een incidentele handeling.

Rechtbank Noord-Holland geeft X geen gelijk. Met alle (aangegane verplichtingen tot het uitvoeren van) werkzaamheden heeft X stappen gezet die niet passen bij het enkele beheer van privévermogen. Het betreft actieve stappen die vergelijkbaar zijn met stappen die een fabrikant, handelaar of dienstverrichter zou zetten om de beste omstandigheden te creëren met het oog op de verkoop. Er is sprake van een duurzame activiteit. X heeft bij de levering van de twee bouwkavels gehandeld als ondernemer voor de omzetbelasting.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2019
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum instantie
8 mei 2024
Rolnummer
21/6251
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2024:8999
NLF-nummer
NLF 2024/2255
Aflevering
8 oktober 2024
bwbr0002629&artikel=7,bwbr0002629&artikel=7

Naar de bovenkant van de pagina