Direct naar content gaan

Samenvatting

X (bv; belanghebbende) maakt onderdeel uit van een conglomeraat van in Nederland gevestigde vennootschappen en Zwitserse AG’s. Hoofdactiviteit is het creëren van pools van loten in een (buitenlands) kansspel en het verkopen van aandelen in die pools.

Volgens de Inspecteur verricht X vrijgestelde diensten op het gebied van kansspelen. X heeft daarom ten onrechte voorbelasting in aftrek gebracht. De Inspecteur heeft een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd van € 895.534 voor de periode 2001-2005. Daarbij is heffingsrente in rekening gebracht.

De Ontvanger heeft die naheffingsaanslag met toepassing van artikel 10 IW 1990 terstond en tot het volle bedrag invorderbaar gesteld. Nadat X in verzet was gekomen tegen de tenuitvoerlegging van het dwangbevel, heeft de Ontvanger zich bereid verklaard tot schorsing van de tenuitvoerlegging en heeft hij onder voorwaarden uitstel van betaling verleend in afwachting van de uitspraak van de Inspecteur op het tegen de naheffingsaanslag gemaakte bezwaar.

Voor Hof Den Bosch was in geschil of de naheffingsaanslag moet worden vernietigd wegens schending van de rechten van de verdediging bij het opleggen ervan.

Het Hof heeft geoordeeld dat de Inspecteur X ten onrechte niet voorafgaand aan het vaststellen van de naheffingsaanslag in de gelegenheid heeft gesteld om te worden gehoord over het voornemen tot naheffing. Dit leidt volgens het Hof echter niet tot (een ongerechtvaardigde) schending van het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel. Daartoe heeft het Hof overwogen dat het vooraf horen in dit geval niet tot een andere afloop zou hebben kunnen leiden omdat betwisting van het standpunt van de Inspecteur dat de door X verleende diensten zijn vrijgesteld op grond van artikel 11, lid 1, onderdeel l, Wet OB 1968 slechts kon leiden tot de conclusie dat de door de Inspecteur beoogde naheffing, tot het bedrag ter grootte van de aftrek van de in rekening gebrachte belasting, te laag zou zijn.

Het Hof heeft in het midden gelaten of de naheffingsaanslag op grond van artikel 10 IW 1990 terecht terstond en tot het volle bedrag invorderbaar is gesteld.

Tegen dit oordeel heeft X cassatieberoep ingesteld en de Hoge Raad verklaart dit gegrond. Het besluitvormingsproces zou een andere afloop kunnen hebben gehad als X de gelegenheid had om te worden gehoord. De stukken van het geding laten geen andere conclusie toe dan dat X, indien zij vóór het vaststellen van de naheffingsaanslag naar behoren was gehoord, een inbreng had kunnen leveren die van belang was voor het vaststellen van het karakter van de door haar verleende diensten en van de plaats waar deze diensten hebben plaatsgevonden.

Het Hof heeft voorts ten onrechte in het midden gelaten of de naheffingsaanslag op grond van artikel 10 IW 1990 terecht terstond en tot het volledige bedrag invorderbaar is gesteld, zoals de Inspecteur in hoger beroep heeft gesteld.

Volgens de Hoge Raad kunnen de door de Ontvanger genoemde argumenten niet de conclusie rechtvaardigen dat zich met betrekking tot X een of meer gronden van artikel 10, lid 1, IW 1990 hebben voorgedaan. De Inspecteur heeft geen andere gronden aangevoerd die zouden kunnen rechtvaardigen dat hij X niet voorafgaand aan het opleggen van de naheffingsaanslag in de gelegenheid heeft gesteld om te worden gehoord over de gronden van de voorgenomen naheffing. Het voorgaande brengt mee dat de naheffingsaanslag moet worden vernietigd.

Het door de staatssecretaris ingestelde incidentele cassatieberoep is gericht tegen het oordeel van het Hof dat X niet voorafgaand aan het opleggen van de naheffingsaanslag is gehoord. Het in het incidentele beroep voorgestelde middel faalt aangezien het oordeel van het Hof niet onbegrijpelijk is noch onvoldoende gemotiveerd.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Invordering
Belastingtijdvak
1 januari 2001 t/m 31 december 2005
Instantie
HR
Datum instantie
10 december 2021
Rolnummer
19/03628
ECLI
ECLI:NL:HR:2021:1850
Auteur(s)
mr. J.J. Vetter
Geradts & Vetter Advocaten
NLF-nummer
NLF 2021/2421
Aflevering
23 december 2021
Judoregnummer
JCDI:NFB4722
bwbr0002320&artikel=20&lid=1,bwbr0002629&artikel=11&lid=1,bwbr0002629&artikel=15,bwbr0004770&artikel=10,bwbr0002629&artikel=11&lid=1,bwbr0002629&artikel=15,bwbr0004770&artikel=10

Naar de bovenkant van de pagina