Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) en zijn echtgenote drijven in vof-verband een bloemenhandel. Gedurende een aantal maanden is hun 15-jarige en leerplichtige zoon ook ingeschreven als vennoot.

X, de echtgenote en de zoon hebben in hun aangiften IB/PVV 2016 met betrekking tot de winst uit de onderneming winstaandelen aangegeven van resp. € 32.793, € 30.000 en € 1.200.

De Inspecteur heeft aan X een navorderingsaanslag IB/PVV 2016 opgelegd. In geschil zijn diverse correcties op de winst van de vof.

Ten aanzien van kosten van paardenraces heeft X niet aannemelijk gemaakt dat het gaat om uitgaven vanwege de zakelijke belangen van de onderneming. De Inspecteur heeft verder onder meer afschrijvingskosten terecht gecorrigeerd en zich ook terecht op het standpunt gesteld dat er geen recht bestaat op investeringsaftrek.

Met betrekking tot een bedrijfsauto is een leasecontract afgesloten. X stelt dat de hierin begrepen rentekosten aannemelijk zijn gemaakt en dus in aftrek moeten worden toegelaten. Uit de gedingstukken volgt dat de bedrijfsauto op 19 juli 2016 op naam van de onderneming is gesteld. Rechtbank Gelderland oordeelt dat een tijdsevenredig deel van de rentekosten in 2016 ten laste van de winst van de vof kan worden gebracht. Deze beroepsgrond slaagt.

De Rechtbank acht X verder niet geslaagd in de op hem rustende bewijslast om aannemelijk te maken dat de winst anders moet worden verdeeld dan in eerste instantie is aangegeven. Een winstaandeel van € 12.000 voor de zoon is niet zakelijk.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2016
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum instantie
20 december 2022
Rolnummer
21/2454; 21/2455
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2022:7332
NLF-nummer
NLF 2023/0170
Aflevering
19 januari 2023

Naar de bovenkant van de pagina