Samenvatting
De staatssecretaris heeft de Tweede Kamer een afschrift toegezonden van de aanwijzing massaal bezwaar tegen het in rekening gebrachte percentage belastingrente vennootschapsbelasting en enige overige middelen vanaf 1 oktober 2020 (besluit van 7 februari 2025, 2025-3886, NLF 2025/0535, met noot van Hageman). In de begeleidende Kamerbrief licht hij een en ander nader toe.
In dit besluit wijst de staatssecretaris aan als massaal bezwaar als bedoeld in artikel 25c AWR de bezwaren tegen:
- de met ingang van 1 oktober 2020 in rekening gebrachte belastingrente voor de vennootschapsbelasting en de bronbelasting,
- de met ingang van 1 januari 2022 in rekening gebrachte belastingrente voor de solidariteitsbijdrage,
- de met ingang van 1 januari 2024 in rekening gebrachte belastingrente voor de minimumbelasting, en
- de met ingang van 1 januari 2025 in rekening gebrachte belastingrente over het winstaandeel,
voor zover die bezwaren het percentage van de belastingrente betreffen dat op grond van artikel 30hb AWR jo. artikel 1, onderdeel b, Besluit belasting- en invorderingsrente (hierna: Besluit BIR), dan wel, met ingang van 1 januari 2024, jo. artikel 1, lid 2, Besluit BIR geldt.
Dit besluit is met ingang van 15 februari 2025 in werking getreden en wordt binnenkort met een annotatie in NLFiscaal opgenomen.