Direct naar content gaan

Samenvatting

X bv handelt in auto’s van verschillende exclusieve merken. Zij is geen erkende autodealer. X bv heeft vanuit Duitsland auto’s naar Nederland overgebracht.

In deze procedure is onder meer in geschil of de Inspecteur het in rechte te beschermen vertrouwen heeft gewekt dat, wanneer sprake is van een gebruikt voertuig als bedoeld in Hoge Raad van 29 januari 2016 (14/01502, ECLI:NL:HR:2016:119), de door X bv verschuldigde BPM zou worden berekend aan de hand van de door haar in bezwaar overgelegde lijsten van P.

Het beroep van X bv op het vertrouwensbeginsel slaagt. Dit heeft tot gevolg dat de over de tijdvakken gelegen in de periode 1999 tot en met 2003 verschuldigde BPM moet worden berekend aan de hand van de koerslijsten van P.

Dan is verder in geschil of bij de berekening van de vermindering van de BPM rekening moet worden gehouden met een zogenoemde marge-auto (standpunt X bv) als referentievoertuig of met een btw-auto (standpunt Inspecteur).

Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden mag worden uitgegaan van de laagst te bepalen inkoopwaarde, hetgeen de inkoopwaarde van een marge-auto is. Het Hof verwijst hierbij onder meer naar het betoog van A-G Ettema in de conclusie van 6 april 2016 (15/02273, ECLI:NL:PHR:2016:224).

De toe te passen korting bepaalt het Hof in goede justitie op 5% van de in de koerslijst van P opgenomen handelswaarde. Interne compensatie als door de Inspecteur bepleit, acht het Hof niet mogelijk. Het Hof oordeelt verder dat X bv recht heeft op een rentevergoeding over de terug te betalen BPM. Zij heeft geen recht op een vergoeding van (wettelijke) rente over het door de Inspecteur te vergoeden griffierecht.

Metadata

Rubriek(en)
Autobelastingen
Belastingtijdvak
2000
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
10 januari 2017
Rolnummer
15/00182 en 15/00270
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2017:131
NLF-nummer
NLF 2017/0338
Aflevering
16 februari 2017
bwbr0005806&artikel=10

Naar de bovenkant van de pagina