Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft met dagtekening 13 september 2017 een arbeidsovereenkomst gesloten met een sjeik, gevestigd te Qatar. De overeenkomst is ingegaan per 13 september 2017 en aangegaan voor een periode van in beginsel vier jaar. De functie van X wordt in de arbeidsovereenkomst omschreven als ‘Travelling butler & Valet or such other role ad the Employer considers appropriate.’ Het salaris bedroeg £35.000 per jaar. Onkosten werden vergoed. Op de overeenkomst is het recht van Engeland en Wales van toepassing.

De Inspecteur heeft deze inkomsten in de Nederlandse belastingheffing betrokken.

Bij Rechtbank Noord-Nederland is in geschil of dit juist is. Ook is in geschil of sprake is van omkering en verzwaring van de bewijslast. Ten slotte is in geschil of de Inspecteur het vertrouwensbeginsel heeft geschonden omdat de Inspecteur volgens X vergelijkbare buitenlandse inkomsten in de IB/PVV 2016 wel buiten de heffing heeft gelaten.

De Rechtbank komt uiteindelijk tot de conclusie dat het vertrouwensbeginsel niet is geschonden en dat de aanslagen niet te hoog zijn vastgesteld.

Metadata

Rubriek(en)
Internationaal belastingrecht
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2017
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum instantie
2 november 2021
Rolnummer
20/1836; 20/1837
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2021:4648
NLF-nummer
NLF 2021/2147
Aflevering
11 november 2021
bwbr0011353&artikel=2.2,bwbr0011353&artikel=2.2,bwbv0003166&artikel=15,bwbv0003166&artikel=15

Naar de bovenkant van de pagina