Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(4)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent(3)

Samenvatting

In 2005 is een voetballer door een betaald voetbalorganisatie (hierna: BVO) uit het buitenland aangeworven. De voetballer heeft bij de BVO een arbeidsovereenkomst gesloten. In het addendum bij de overeenkomst zijn partijen een afspraak overeengekomen met betrekking tot een vergoeding voor extraterritoriale kosten. De inspecteur heeft het verzoek van de voetballer en de BVO om toepassing van de 30%-regeling bij voor bezwaar vatbare beschikking (verder: de beschikking) afgewezen. De voetballer heeft bezwaar gemaakt en is vervolgens in beroep gegaan tegen de beschikking maar heeft het beroep betreffende de afwijzende beslissing voor toepassing van de 30%-regeling ingetrokken.
De BVO heeft in 2005 loon uitbetaald aan de voetballer dat volledig in de loonheffing is betrokken. De voetballer bepleit in deze procedure voor de inkomstenbelasting dat zijn loon voor de inkomstenbelasting 70% daarvan bedraagt.
Rechtbank Breda heeft geoordeeld dat nu de beschikking over de toepassing van de 30%-regeling onherroepelijk vaststaat, de juistheid daarvan zowel voor de loon- als voor de inkomstenbelasting in een procedure niet meer ter discussie kan worden gesteld, noch door de werknemer, noch door de inhoudingsplichtige, noch door de inspecteur. De Rechtbank heeft het beroep van de voetballer daarom ongegrond verklaard.
De voetballer stelt in hoger beroep dat de formele rechtskracht van de bovenvermelde beschikking hem niet in het kader van de onderhavige procedure kan worden tegengeworpen.
Hof Den Bosch leidt uit de totstandkomingsgeschiedenis van de 30%-regeling af dat een goedkeurende beschikking een constitutief vereiste is voor toepassing van die regeling, waarbij het Hof mede wijst op de gevolgen die zo鈥檔 beschikking heeft in de arbeidsrechtelijke betrekking tussen de werknemer en inhoudingsplichtige. Aangezien een zodanige goedkeurende beschikking in het onderhavige geval ontbreekt, kan de voetballer geen aanspraak maken op toepassing van de bewijsregel. Het Hof bevestigt de uitspraak van de Rechtbank.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2005
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
27 maart 2013
Rolnummer
12/00210
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ6127
bwbid=bwbr0&artikel=15a,bwbid=bwbr0&artikel=9,bwbid=bwbr0&artikel=9h

Naar de bovenkant van de pagina