Direct naar content gaan

Samenvatting

Rechtbank Gelderland heeft honderden BPM-zaken van één gemachtigde voor een groot aantal belanghebbenden gezamenlijk behandeld op een drietal zittingen. In de meeste zaken is een tussenuitspraak gedaan. Daarbij beoordeelt de Rechtbank alle gronden die zijn aangevoerd voor alle voldoeningszaken die in dit cluster zijn behandeld. De Rechtbank ziet geen aanleiding voor het stellen van prejudiciële vragen aan het HvJ. Zij ziet met name geen reden om te twijfelen aan de juiste toepassing door de Hoge Raad van artikel 110 VWEU. De Rechtbank oordeelt dat alleen een recht op teruggaaf zou kunnen bestaan als sprake is van het gebruik van een koerslijst van EurotaxGlass’s, van het voorgaand tarief als bedoeld in artikel 16a Wet BPM of van extra leeftijdskorting. De overige gronden slagen niet. In een aantal gevallen heeft de Inspecteur de hoorplicht in bezwaar geschonden. Er hoeft evenwel geen terugwijzing plaats te vinden, aangezien het alsnog houden van een hoorgesprek niet tot een andere uitkomst zal leiden. De Rechtbank doet die zaken zelf af door de rechtsgevolgen in stand te laten. De Rechtbank is verder van oordeel dat:

  • kentekengegevens geen stukken in de zin van artikel 7:4 en 8:42, lid 1, Awb zijn;
  • interne compensatie binnen één voldoening op aangifte mogelijk is;
  • geen rekening kan worden gehouden met een ex-rental-aftrek, tenzij de auto in kwestie een verhuurverleden heeft waarvoor X de bewijslast heeft (conform HR 28 februari 2020, 19/00619, ECLI:NL:HR:2020:331, NLF 2020/0621, met noot van Bothof);
  • de bewijslast dat rekening dient te worden gehouden met een extra aftrek vanwege de staat van het interieur en/of de staat van het exterieur van de auto, aan de zijde van de belastingplichtige ligt. Het betreft namelijk, anders dan de ‘bijstelling dealersituatie’, een belastingverminderend kenmerk van de auto zelf;
  • er geen reden bestaat af te wijken van het arrest van de Hoge Raad van 12 mei 2017 (15/03459, ECLI:NL:HR:2017:847, NLF 2017/1175, met noot van Bothof) inzake de waardering van kampeerauto’s;
  • de overgang van de NEDC-methode naar de WLTP-methode voor de vaststelling van de CO2-uitstootwaarde van auto’s, en het eventueel daaruit voortvloeiende verschil in heffingsgrondslag, geen schending oplevert van artikel 110 VWEU.

De Rechtbank past de bestuurlijke lus als bedoeld in artikel 8:51a Awb toe. De Inspecteur wordt in de gelegenheid gesteld drie (mogelijke) gebreken in zijn uitspraken op bezwaar te herstellen en een eventueel beroep op interne compensatie (nader) te onderbouwen. De zaak wordt aangehouden.

Metadata

Rubriek(en)
Autobelastingen
Belastingtijdvak
niet bekend
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum instantie
11 november 2021
Rolnummer
19/2705
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2021:6024
Auteur(s)
mr. W.E. Nent
BDO
mr. H.A. Elbert
Elbert Fiscaal
NLF-nummer
NLF 2022/0015
Aflevering
6 januari 2022
Judoreg
NFB4735
bwbr0005537&artikel=7:4,bwbr0005537&artikel=7:4,bwbr0005537&artikel=8:42,bwbr0005537&artikel=8:42,bwbr0005537&artikel=8:51a,bwbr0005537&artikel=8:51a

Naar de bovenkant van de pagina