Direct naar content gaan

Samenvatting

In deze bestuursrechtelijke zaak is X er, door een besluit van 19 maart 2021 op zijn verzoek tot betaling van een dwangsom, achter gekomen dat er eerder een besluit op bezwaar tegen een aan hem toegekende schadevergoeding was genomen. Het hiertegen bij Rechtbank Noord-Nederland ingestelde beroep werd wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard.

Onder verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) van 21 februari 2018, , 201702163/1/A1, ECLI:NL:RVS:2018:585, heeft de Rechtbank overwogen dat als PostNL bij aanbieding van het stuk niemand thuis treft en daarom een afhaalbericht achterlaat, het niet ophalen van dat stuk bij het kantoor van PostNL voor rekening van de geadresseerde komt. Als deze stelt geen afhaalbericht te hebben ontvangen, dan ligt het op zijn weg om feiten aannemelijk te maken op grond waarvan redelijkerwijs kan worden betwijfeld dat er een afhaalbericht is achtergelaten.

X stelt dat geen afhaalbericht is achtergelaten en dat hij dit onmogelijk aannemelijk kan maken.

De ABRvS ziet in de omstandigheden van dit geval aanleiding om het ingestelde beroep als niet verwijtbaar te laat aan te merken. De zaak is terugverwezen naar de Rechtbank.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2021
Instantie
Raad van State
Datum instantie
11 januari 2023
Rolnummer
202107071/1/A2
ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:84
NLF-nummer
NLF 2023/0236
Aflevering
26 januari 2023
bwbr0005537&artikel=3:48,bwbr0005537&artikel=3:48,bwbr0005537&artikel=6:11,bwbr0005537&artikel=6:11,bwbr0005537&artikel=6:7,bwbr0005537&artikel=6:7,bwbr0005537&artikel=6:8,bwbr0005537&artikel=6:8

Naar de bovenkant van de pagina