Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(1)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De Heffingsambtenaar van de gemeente Vlaardingen heeft aan X (belanghebbende) bij beschikking van 27 januari 2022 een naheffingsaanslag parkeerbelastingen opgelegd van in totaal € 67,70, bestaande uit € 2,40 aan verschuldigde parkeerbelasting en € 65,30 aan kosten naheffing.

Volgens Rechtbank Rotterdam heeft de Heffingsambtenaar de raming van de kosten voor naheffing onvoldoende onderbouwd. Gelet hierop heeft de Rechtbank de naheffingsaanslag vernietigd.

De Heffingsambtenaar heeft daarop hoger beroep ingesteld.

Hof Den Haag is van oordeel dat de Heffingsambtenaar bij de vaststelling van de kosten van de naheffingsaanslag terecht uitgaat van een raming van de inbare naheffingsaanslagen (vgl. HR 26 oktober 2001, 36.205, ECLI:NL:HR:2001:AD4849). Hij heeft voldoende inzicht verschaft in de opbouw van de kosten van de naheffingsaanslag. Het bedrag van de kosten van de naheffingsaanslag is niet te hoog vastgesteld.

De uitspraak van de Rechtbank wordt vernietigd.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2022
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
12 december 2024
Rolnummer
23/1176
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2024:2339
NLF-nummer
NLF 2025/0187
Aflevering
21 januari 2025
bwbr0005416&artikel=234,bwbr0005416&artikel=234

Naar de bovenkant van de pagina