Samenvatting
De staatssecretaris heeft de schriftelijke vragen van de Eerste Kamer over dit wetsvoorstel beantwoord. Deze acht pagina’s tellende nota naar aanleiding van het verslag bestaat uit een inleiding en een aangenomen amendement.
Waarover gaat dit amendement?
Het door de Tweede Kamer aangenomen amendement (36 604, 11) betreft het uitstellen van de koppeling tussen het wettelijk minimumloon en de belastingvrije som met minimaal een jaar.
Dit leidt ertoe dat hogere inkomens op de BES-eilanden erop vooruitgaan, terwijl de minima meer belasting verschuldigd zullen worden. Dit zorgt voor grote uitvoeringslasten bij de Belastingdienst Caribisch Nederland en een grotere administratieve last bij inwoners die het minimuminkomen verdienen en de werkgevers. De minima (die nu niet aangifteplichtig zijn) moeten juist weer wel belastingaangifte doen.
Over het wetsvoorstel
Dit wetsvoorstel voorziet in de wijziging van de Belastingwet BES, de Wet inkomstenbelasting BES (Wet IB BES), de Wet loonbelasting BES (Wet LB BES), de Douane- en Accijnswet BES (DABES) en enkele sociale verzekeringswetten en leidt tot aanpassing van onderdelen van het belastingstelstel van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Sinds de wijziging van de staatsrechtelijke positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (de BES-eilanden) binnen het Koninkrijk tot openbare lichamen van Nederland is vanaf 1 januari 2011 een afzonderlijk fiscaal stelsel op de BES-eilanden ingevoerd. Sinds de invoering zijn jaarlijks diverse kleine wijzigingen doorgevoerd, waarbij veelal een aantal acute knelpunten is opgelost die in de uitvoering opkwamen. Dat heeft niet tot ingrijpende wijzigingen geleid, zodat het fiscale stelsel op de BES-eilanden tot 2023 op hoofdlijnen nog hetzelfde was als bij de invoering in 2011. Net als in het jaar 2024 is voor de BES-eilanden een afzonderlijk Belastingplan opgesteld op basis waarvan meer inhoudelijke aanpassingen ten aanzien van de belastingwetgeving aldaar zijn samengevoegd.
De voorgestelde wijzigingen zien onder andere op het aanpassen van de looptijd van de investeringsfaciliteit en het tarief vastgoedbelasting, het verhogen van het tarief opbrengstbelasting, aanpassingen in de algemene bestedingsbelasting en het herstellen van de overdrachtsbelasting.