Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Op grond van Verordening 397/2004 is een antidumpingrecht van 13,1% vastgesteld op de invoer van katoenhoudend bedlinnen uit Pakistan. Deze verordening is gewijzigd met Verordening 695/2006, waarbij op de invoer van katoenhoudend bedlinnen uit Pakistan een definitief antidumpingrecht is ingesteld van 0% tot 8,5%.

In de periode van 13 december 2005 t/m 22 juni 2006 heeft X (belanghebbende) in eigen naam en voor eigen rekening diverse aangiften voor het vrije verkeer gedaan van katoenhoudend bedlinnen van oorsprong uit Pakistan.

De gemachtigde heeft (mede) namens X een verzoek om terugbetaling van antidumpingrechten ingediend voor deze aangiften. Het verzoek ziet op een bedrag van in totaal € 116.245,82.

In geschil is of de Inspecteur terecht het bezwaar ongegrond heeft verklaard onderscheidenlijk het verzoek om terugbetaling terecht heeft afgewezen.

X betoogt dat voornoemde verordeningen moeten worden vernietigd. De in dit verband aangevoerde stellingen worden echter door Rechtbank Noord-Holland verworpen. De Rechtbank twijfelt niet over de geldigheid van de verordeningen en ziet geen aanleiding voor het stellen van prejudiciële vragen aan het HvJ.

Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Metadata

Rubriek(en)
Douane
Belastingtijdvak
13 december 2005 t/m 22 juni 2006
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum instantie
19 augustus 2024
Rolnummer
22/3536
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2024:8493
NLF-nummer
NLF 2024/2212
Aflevering
1 oktober 2024

Naar de bovenkant van de pagina