Direct naar content gaan

Samenvatting

In 2012 en 2013 bestond ten aanzien van een aantal woningen van X (woningcorporatie; belanghebbende) een sloopvoornemen. Dit heeft onder andere geleid tot een fiscale afwaardering van deze woningen tot een bedrag van € 5.342.000. Nadat X heeft besloten de bewuste woningen toch niet te slopen, is in de loop van 2013 begonnen met de renovatie van de desbetreffende woningen om deze (later) te verkopen. Ter zake van de in 2014 en 2015 op de verkochte woningen behaalde winst heeft X een herinvesteringsreserve (HIR) gevormd. De Inspecteur heeft het bedrag van de HIR gecorrigeerd.

Bij Rechtbank Den Haag is onder meer in geschil of op basis van goed koopmansgebruik bij de verkopen in 2014 en 2015 van in 2012 en 2013 afgewaardeerde woningen, de afwaardering, voor zover die ziet op de verkochte woningen, voorafgaand aan de vervreemding teruggenomen dient te worden, en als dat zo is, of als gevolg daarvan de fiscale boekwaarde voor de berekening van de dotatie aan de HIR wordt verhoogd.

De Rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend.

Goed koopmansgebruik, en meer in het bijzonder het realiteitsbeginsel, brengt in een geval als dit, waarbij sprake is van een verkoop van bedrijfsmiddelen die eerder zijn afgewaardeerd naar de lagere bedrijfswaarde, met zich dat bij de verkoop van de bedrijfsmiddelen de eerdere afwaardering moet worden teruggenomen voordat dotatie aan de HIR aan de orde kan komen. Dit betekent dat de Inspecteur in zoverre terecht de winsten voor de jaren 2014 en 2015 heeft gecorrigeerd.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2014, 2015
Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum instantie
4 november 2021
Rolnummer
20/5157; 20/5159
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2021:12576
Auteur(s)
prof. mr. dr. R. Russo
Tilburg University/Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2021/2414
Aflevering
23 december 2021
Judoregnummer
JCDI:NFB4717
bwbr0011353&artikel=3.54,bwbr0011353&artikel=3.54&lid=1,bwbr0011353&artikel=3.54

Naar de bovenkant van de pagina