Samenvatting
Bij de uitvoering van wet- en regelgeving staat de Belastingdienst dagelijks voor keuzes bij de toepassing hiervan op individuele belastingplichtigen. Als daarbij vragen opkomen over hoe het recht moet worden uitgelegd en toegepast, kan een zogenoemde kennisgroep op het gebied van de rechtstoepassing van de Belastingdienst hierover een standpunt innemen. Een standpunt van de kennisgroep is bindend voor de Inspecteur. Kennisgroepstandpunten worden sinds 30 maart 2023 gepubliceerd op de website kennisgroepen.belastingdienst.nl.
De vraag is opgekomen of een kennisgroepstandpunt als nieuw beleid, zoals bedoeld in paragraaf 23, lid 8, onderdeel b, Bfb en in artikel 45aa, onderdeel c, Uitv.reg. IB 2001 kan worden aangemerkt, dat aan een ambtshalve vermindering in de zin van artikel 65 AWR en artikel 9.6 Wet IB 2001 in de weg staat.
Vraag
Kwalificeert een kennisgroepstandpunt als nieuw beleid zoals bedoeld in paragraaf 23, lid 8, onderdeel b, Bfb en artikel 45aa, onderdeel c, Uitv.reg. IB 2001?
Antwoord
Ja.
BRON
KG:206:2024:2 Kennisgroepstandpunten en (nieuw) beleid
Publicatiedatum 05-11-2024, 14:42 | Laatste update 05-11-2024, 18:44 | Standpunt
Aanleiding
Bij de uitvoering van wet- en regelgeving staat de Belastingdienst dagelijks voor keuzes bij de toepassing hiervan op individuele belastingplichtigen. Als daarbij vragen opkomen over hoe het recht moet worden uitgelegd en toegepast, kan een zogenoemde kennisgroep op het gebied van de rechtstoepassing van de Belastingdienst hierover een standpunt innemen. Een standpunt van de kennisgroep is bindend voor de inspecteur. Kennisgroepstandpunten worden sinds 30 maart 2023 gepubliceerd op de website kennisgroepen.belastingdienst.nl.
De vraag is opgekomen of een kennisgroepstandpunt als nieuw beleid, zoals bedoeld in paragraaf 23, achtste lid, onderdeel b, van het Besluit Fiscaal Bestuursrecht (hierna ook: BFB) en in artikel 45aa, onderdeel c, van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 (hierna: UR IB 2001) kan worden aangemerkt, dat aan een ambtshalve vermindering in de zin van artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) en artikel 9.6 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) in de weg staat.
Vraag
Kwalificeert een kennisgroepstandpunt als nieuw beleid zoals bedoeld in paragraaf 23, achtste lid, onderdeel b, BFB en artikel 45aa, onderdeel c, UR IB 2001?
Antwoord
Ja.
Beschouwing
1. Ambtshalve vermindering
Op grond van artikel 65 AWR heeft de inspecteur de bevoegdheid een onjuiste belastingaanslag of beschikking ambtshalve te verminderen:
Het BFB bevat een uitputtende regeling van de gevallen, waarin de inspecteur gebruik maakt van zijn bevoegdheid ex artikel 65 AWR om ambtshalve te verminderen. In paragraaf 23, achtste lid, onderdeel b, BFB is de volgende beperking opgenomen:
Paragraaf 23, twaalfde en dertiende lid, BFB vermeldt hierover nog het volgende:
Voor het ambtshalve verminderen van een belastingaanslag inkomstenbelasting is een bijzondere regeling getroffen in artikel 9.6 Wet IB 2001 en artikel 45aa UR IB 2001. Artikel 45aa UR IB 2001 bevat een uitputtende regeling van gevallen waarin de inspecteur een onjuiste belastingaanslag inkomstenbelasting ambtshalve kan verminderen. In artikel 45aa UR IB is de volgende beperking opgenomen:
Artikel 45aa UR IB 2001 is bij de invoering daarvan als volgt toegelicht (zie Stcrt. 2009, 20549):
Het Besluit ambtshalve verminderen of teruggeven waarnaar wordt verwezen in de toelichting, is met ingang van 25 december 2013 ingetrokken en verwerkt in het BFB. Zie Stcrt. 2013, 35879.
In zijn arrest HR 26 april 2024, ECLI:NL:HR:2024:667, heeft de Hoge Raad onder verwijzing naar bovenstaande toelichting het volgende overwogen over artikel 45aa UR IB 2001 in relatie tot het Besluit ambtshalve verminderen of teruggeven:
2. Kennisgroepstandpunten en beleid
Onder beleid vallen zowel beleidsregels in de zin van artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) als vaste gedragslijnen. In het handboek Bestuursrecht 1 (H.E. Bröring & K.J. de Graaf (red.), Bestuursrecht 1, Den Haag: Boom 2022, par. 9.6.4.) staat het als volgt geformuleerd:
Een voorbeeld van een beleidsregel is het Besluit Fiscaal Bestuursrecht. Een kennisgroepstandpunt is geen beleidsregel in de zin van artikel 1:3, vierde lid, Awb. Er wordt immers niet voldaan aan de bekendmakingseis van artikel 3:42 Awb. Een kennisgroepstandpunt is een voorbeeld van een vaste gedragslijn. Zie over vaste gedragslijn onder meer HR 9 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:439. Een kennisgroepstandpunt is bindend voor de inspecteur. De Rechtbank Rotterdam overwoog in haar uitspraak van 12 juli 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:6695, daarover het volgende:
De Staatssecretaris van Financiën heeft naar aanleiding van Kamervragen geantwoord dat standpunten van een kennisgroep dezelfde betekenis hebben als bij beleidsbesluit vastgesteld beleid. Zie zijn brief van 21 oktober 2022, Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 459:
Voetnoot bij dit citaat:
2 Zie paragraaf 2 van het Besluit Fiscaal Bestuursrecht.
Een standpunt van een kennisgroep is een vaste gedragslijn en vormt dus beleid.
3. Geldigheidsduur van in kennisgroepstandpunten neergelegd beleid
3.1. Ingangsdatum beleid neergelegd in een Kennisgroepstandpunt
Kennisgroepstandpunten worden sinds 30 maart 2023 gepubliceerd op de website kennisgroepen.belastingdienst.nl. Deze standpunten gelden vanaf het moment van vaststelling. Dat moment valt sinds 30 maart 2023 samen met de publicatiedatum van het kennisgroepstandpunt. Op de website (onder het kopje "Disclaimer") valt daarover het volgende te lezen:
Tenzij anders vermeld gaat het in een kennisgroepstandpunt neergelegde beleid in op de datum van vaststelling (= sinds 30 maart 2023 de datum van publicatie).
3.2. Einddatum beleid neergelegd in een kennisgroepstandpunt
Als een op de website gepubliceerd kennisgroepstandpunt wordt ingetrokken, wordt dit via een nieuwsbericht én in het kennisgroepstandpunt kenbaar gemaakt.
Bij kennisgroepstandpunten die bijvoorbeeld via de Wet open overheid (hierna: Woo) of daarvoor op grond van de Wet openbaarheid van bestuur openbaar zijn gemaakt, is de vaststellingsdatum doorgaans de datum op het document. Of het standpunt op het moment van openbaar maken ook nog steeds gold, blijkt echter niet altijd uit het openbaar gemaakte standpunt zelf. In het bijbehorende Woo-besluit wordt doorgaans aangegeven wat de actualiteitswaarde van de geopenbaarde standpunten is.
Zie bijvoorbeeld het Woo-besluit van 31 juli 2024 waarbij “alle (thans nog relevante) kennisgroepstandpunten van de Kennisgroep Formeel Recht” over de jaren 2004 tot en met 2017 zijn geopenbaard. Daarin staat:
4. Nieuw beleid
4.1.Hoofdregel: nieuw beleid heeft geen terugwerkende kracht
Uit enerzijds artikel 65 AWR in combinatie met paragraaf 23, achtste, twaalfde, en dertiende lid, BFB en anderzijds artikel 9.6 Wet IB 2001 in combinatie met artikel 45aa, onderdeel c, UR IB 2001 volgt dat ambtshalve vermindering niet mogelijk is naar aanleiding van nieuw beleid. Hoewel de tekst van artikel 45aa, onderdeel c, UR IB 2001 niet helemaal gelijk is aan de tekst van paragraaf 23, achtste lid, BFB, kan uit de eerdergenoemde toelichting op artikel 45aa UR IB 2001 en het arrest HR 26 april 2024, ECLI:NL:HR:2024:667, worden afgeleid dat beide bepalingen dezelfde strekking hebben en op dezelfde wijze moeten worden uitgelegd. Voor de toepassing van beide bepalingen is doorslaggevend of sprake is van nieuw beleid. Nieuw beleid is beleid dat is vastgesteld na het moment dat de belastingaanslag of de beschikking onherroepelijk vaststond. Bepalend is of de onjuistheid van de belastingaanslag of beschikking voortvloeit uit beleid dat is ingegaan nadat de belastingaanslag of beschikking onherroepelijk vast is komen te staan.
Het onderdeel “nieuw” van het begrip “nieuw beleid” ziet op het moment waarop het kennisgroepstandpunt is vastgesteld. Als het gaat om een kennisgroepstandpunt dat is vastgesteld na het onherroepelijk worden van de belastingaanslag, dan is het nieuw beleid. Gaat het om een kennisgroepstandpunt dat is vastgesteld voor het onherroepelijk worden van een belastingaanslag, dan is het geen “nieuw beleid”. Met andere woorden, nieuw beleid heeft directe werking en geen terugwerkende kracht.
Er zijn een aantal situaties waarbij er – naar het tijdstip van onherroepelijk worden beoordeeld – sprake is van nieuw beleid, maar dat een verzoek ambtshalve vermindering of teruggaaf niettemin wordt gehonoreerd. Deze situaties worden hierna in 4.2, 4.3 en 4.4 besproken.
4.2. Uitzondering: kennisgroepstandpunt in lijn met eerdere vaste gedragslijn
Het komt regelmatig voor dat een kennisgroepstandpunt wordt gevolgd door een beleidsbesluit. Ook komt het voor dat er een interne vaste gedragslijn is en dat er vervolgens een kennisgroepstandpunt wordt gepubliceerd op de website. Voor belastingaanslagen en beschikkingen die op het moment van dat laatste kennisgroepstandpunt reeds onherroepelijk zijn, vormt dat kennisgroepstandpunt nieuw beleid. Dat bewuste standpunt gold immers nog niet op dag voorgaande aan het onherroepelijk worden van die belastingaanslagen en beschikkingen (toetsingsmoment voor ambtshalve vermindering).
Dit neemt echter niet weg dat een verzoeker zich met succes kan beroepen op de eerdere vaste gedragslijn die gold vóór het onherroepelijk worden van de belastingaanslagen en beschikkingen en daarmee alsnog een ambtshalve vermindering kan bereiken. Daarnaast zal de inspecteur die eerdere vaste gedragslijn ambtshalve moet toepassen. Dit laatste volgt ook uit paragraaf 23, dertiende lid, BFB, die voorschrijft dat bij een verzoek om ambtshalve vermindering de inspecteur het verzoek aan de hand van wet, jurisprudentie en beleid beoordeelt zoals die golden op de dag voorafgaand aan de dag waarop de beschikking onherroepelijk vast is komen te staan.
4.3. Uitzondering: afwijkende regeling
Een andere – voor de hand liggende reden – om een verzoek om ambtshalve vermindering toe te wijzen bij nieuw beleid is als de Staatssecretaris van Financiën op dit punt een afwijkende regeling heeft getroffen (paragraaf 23, twaalfde lid, BFB). Met andere woorden, als de staatssecretaris aan het nieuwe beleid expliciet terugwerkende kracht heeft verleend, dan gold dat beleid – in retrospectief bezien – al ten tijde van het onherroepelijk worden van de beschikking.
4.4. Uitzondering: HR 26 april 2024, ECLI:NL:HR:2024:667
In het eerdergenoemde arrest van 26 april 2024, ECLI:NL:HR:2024:667, heeft de Hoge Raad in het kader van nieuwe jurisprudentie het volgende overwogen:
Hoewel het arrest ging over nieuwe jurisprudentie, kan de door de Hoge Raad neergelegde lijn ook worden doorgetrokken naar de situatie van nieuw beleid. De inspecteur kan niet met een beroep op nieuw beleid weigeren een belastingaanslag ambtshalve te verminderen, als hij bij het opleggen van die belastingaanslag is uitgegaan van een rechtsopvatting waarvan hij redelijkerwijs niet mocht menen dat die juist was.
5. Conclusie
Een kennisgroepstandpunt vormt beleid. Het uitgangspunt is dat een verzoek om ambtshalve vermindering wordt afgewezen op grond van nieuw beleid als het kennisgroepstandpunt nog niet gold op het moment dat de belastingaanslag waarvan vermindering wordt gevraagd onherroepelijk werd.