Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft in de aangifte IB/PVV 2014 een onroerende zaak in box 3 opgegeven voor een waarde van € 165.000. De Inspecteur heeft in het kader van een verzoek tot wijziging van een voorlopige aanslag om informatie verzocht met betrekking tot de onroerende zaak en een eerste informatiebeschikking genomen. Rechtbank Noord-Nederland heeft de eerste informatiebeschikking in een uitspraak van 14 januari 2019 vernietigd.

In het kader van het bezwaar tegen de definitieve aanslag heeft de Inspecteur opnieuw informatie opgevraagd en een tweede informatiebeschikking genomen. X heeft beroep ingesteld inzake deze tweede informatiebeschikking. In de motivering van haar beroep heeft X uitdrukkelijk de schending van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur uitgesloten van de gronden van beroep. Vernietiging van de tweede informatiebeschikking vanwege schending van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur is daarom niet aan de orde. Daarnaast is de eerste informatiebeschikking niet vervallen op grond van artikel 52a, lid 3, AWR. Dit betekent dat er geen rechtsregel is die eraan in de weg staat dat de Inspecteur in de fase van bezwaar tegen de (definitieve) aanslag (opnieuw) een informatiebeschikking heeft genomen.

De Rechtbank stelt een nieuwe termijn om de gevraagde gegevens te verstrekken.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2014
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum instantie
26 november 2020
Rolnummer
20/781
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2020:4228
NLF-nummer
NLF 2020/2689
Aflevering
10 december 2020
bwbr0002320&artikel=52a&lid=3,bwbr0002320&artikel=52a&lid=3

Naar de bovenkant van de pagina