Juiste tariefindeling van stoelhoezen voor zitmeubelen (1)
Rechtbank Noord-Holland, 15 augustus 2024
Samenvatting
Bedrijf X (belanghebbende) heeft in totaal twee aangiften voor het vrije verkeer gedaan van goederen met GN-onderverdeling 6304 9300 (tarief 12%), die zij in de aangiften omschreef als ‘stoelhoezen’. De betreffende ‘sofa protectors elite’ kunnen over een eenpersoonsfauteuil of twee- of driepersoonsbanken worden gelegd en dienen onder meer als decoratie en tot bescherming van de fauteuil of bank tegen vuil en haren van huisdieren. De ‘sofa protectors elite’ bevatten geen voorzieningen voor bevestiging aan fauteuil of bank.
X heeft verzoeken om terugbetaling ingediend maar deze verzoeken zijn afgewezen.
Dat acht Rechtbank Noord-Holland terecht. De indeling is juist. De objectieve kenmerken en eigenschappen duiden op producten die bestemd zijn voor zitmeubelen en niet voor ligmeubelen, zodat de producten niet kunnen worden ingedeeld in GN-post 9404 als artikelen voor bedden en dergelijke. Nu de ‘sofa-protectors elite’ niet onder een andere post kunnen worden ingedeeld, zijn zij correct ingedeeld onder GN-post 6304. X heeft dus geen invoerrechten betaald die niet wettelijk verschuldigd waren.
BRON
uitspraak van de meervoudige douanekamer van 15 augustus 2024 in de zaken tussen
bedrijf, uit vestigingsplaats, eiseres (gemachtigde: E. Stoker),
en
De inspecteur van de Douane, kantoor Amsterdam, verweerder.
Inleiding
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank of verweerder terecht twee verzoeken om terugbetaling van eiseres heeft afgewezen.
Op 31 juli 2018 en op 18 februari 2019 heeft verweerder twee uitnodigingen tot betaling (hierna: utb’s) aan eiseres opgelegd, voor bedragen aan invoerrechten van respectievelijk € 11.749,11 en € 1.720,10.
Op 28 juli 2021 en op 17 februari 2022 heeft verweerder van eiseres voor ieder van deze utb’s verzoeken om terugbetaling van de met de utb’s geheven invoerrechten ontvangen.
Verweerder heeft deze verzoeken om terugbetaling afgewezen en vervolgens de door eiseres tegen de afwijzingen gemaakte bezwaren op 18 juli 2022 en op 21 juli 2022 ongegrond verklaard.
Eiseres heeft bij één door de rechtbank op 26 augustus 2022 ontvangen geschrift beroep ingesteld tegen de twee uitspraken op bezwaar in de onderhavige zaken en één andere uitspraak op bezwaar. De rechtbank heeft het beroep gesplitst in drie beroepsprocedures (zaken HAA 22/4982 tot en met HAA 22/4984).
Verweerder heeft in elk van de drie zaken een verweerschrift ingediend.
Eiseres heeft vóór de zitting nadere stukken (met dagtekening 24 juni 2024) ingediend.
De mondelinge behandeling van de twee onderhavige beroepen heeft plaatsgevonden op 4 juli 2024. Namens eiseres is haar gemachtigde verschenen en namens verweerdermr. [naam 1] en mr. [naam 2] . De onderhavige beroepen zijn op de zitting gezamenlijk behandeld met een beroep van eiseres met zaaknummer HAA 22/4984. In het beroep met zaaknummer HAA 22/4984 heeft de rechtbank heden separaat uitspraak gedaan.
Feiten
1. Op 31 juli 2018 en op 18 februari 2019 heeft eiseres in totaal twee aangiften voor het vrije verkeer gedaan van goederen van GN-onderverdeling 6304 9300, die zij in de aangiften omschreef als ‘stoelhoezen’. Verweerder heeft telkens op dezelfde dag utb’s uitgereikt aan eiseres, voor de hiervoor genoemde bedragen aan invoerrechten, overeenkomend met het tarief van 12% dat van toepassing was op de aangegevenGN-onderverdeling.
Zaak HAA 22/4982
2. Het verzoek om terugbetaling in deze zaak heeft betrekking op de aangifte van eiseres van 31 juli 2018 en de naar aanleiding van deze aangifte uitgereikte utb, beide met het aangiftenummer eindigend op LA7EWWD50.
3. Tot de stukken van het geding behoren facturen aan [bedrijf 2] met datum 19 juli 2018 en met diverse CI nummers van [nummer 1] tot en met [nummer 2] , voor goederen, die worden omschreven als “sofa protector elite 3-seater [material: front cover: 100% polyester(70gsm) / back cover: 60 gsm non-woven / filling: 100% glue polyester (120gsm) ”.Op de factuur bevinden zich vergelijkbare omschrijvingen voor “sofa protector elite 1-seater ” en “sofa protector elite 2-seater ”. Van geen van de goederen is de afmeting vermeld op de factuur.
Tot de stukken van het geding behoortproductsheet met invoice nummer 18002352 met daarop een foto van een 2-zitsbank, waarvan de zitting, de armleuningen en de rugleuning gedeeltelijk zijn bedekt. De omschrijving bij de foto komt overeen met de beschrijving op de factuur (“sofa protector elite 2-seater ”), maar met de aanduiding van een afmeting: 224X179. Boven de foto is de barcode van het product opgenomen. Dit nummer ( [nummer 4] ) komt niet overeen met de barcode van het product op de invoice met nummer [nummer 3] , die als bijlage is overgelegd bij het verzoek om terugbetaling voor invoerrechten betaald voor de “sofa protector elite for 2 seater” . De product barcode daarop is [nummer 5] . Naast de foto is de vermelding “ [HS code 2] ” opgenomen.
Eiseres heeft bij de aanvulling van haar gronden (24 juni 2024) voor het nu ter beoordeling liggende verzoek om terugbetaling foto’s (productsheets ) overgelegd, met op de bladzijde met de hand geschreven “HAA/4982”. Bij deSofa protector elite 1-seater is als productcode opgenomen: 4894532600038. Dit nummer komt overeen met de barcode van het product op de invoice met nummer 18005975. Bij deSofa protector elite 2-seater is als productcode opgenomen: [nummer 5] . Dit nummer komt overeen met de barcode van het product op de invoice met nummer [nummer 3] . Bij deSofa protector elite 3-seater is als productcode opgenomen: [nummer 6] . Dit nummer komt overeen met de barcode van het product op de invoice met nummer [nummer 1] . Naast de foto’s is steeds de vermelding “ [HS code 1] ” opgenomen.
Zaak HAA 22/4983
4. Het verzoek om terugbetaling in deze zaak heeft betrekking op de aangifte van eiseres van 18 februari 2019 en de naar aanleiding van deze aangifte uitgereikte utb, beide met het aangiftenummer eindigend op 28AA18WD51.
5. Tot de stukken van het geding behoren, voor zover van belang, facturen aan [bedrijf 2] met datum 25 januari 2019 en met CI nummers van [nummer 7] tot en met [nummer 8] , voor goederen die worden omschreven als “sofa protector elite 3-seater [material: front cover: 100% polyester(70gsm) / back cover: 60gsm non-woven / filling: 100% glue polyester(120 gsm)” (met een afmeting van 280X179 cm ).Op de facturen bevinden zich vergelijkbare omschrijvingen voor “sofa protector elite 1-seater ” (met een afmeting van 165X179 cm) en “sofa protector elite 2-seater ” (met een afmeting van 224X179 cm).Tot de stukken van het geding behorenproductsheets , met daarop een foto van een stoel, waarvan de zitting, de armleuningen en de rugleuning gedeeltelijk zijn bedekt. De CI nummers van deze productsheets komen overeen met de CI nummers op de hiervoor bij de onderscheidenlijke ‘sofa protectors’ genoemde facturen. Bij deSofa protector elite 1-seater is als productcode opgenomen: [nummer 9] . Dit nummer komt overeen met de barcode van het product op de invoice met nummer [nummer 10] . Bij deSofa protector elite 2-seater is als productcode opgenomen: [nummer 11] . Dit nummer komt overeen met de barcode van het product op de invoice met nummer [nummer 8] . Bij deSofa protector elite 3-seater is als productcode opgenomen: [nummer 12] . Dit nummer komt overeen met de barcode van het product op de invoice met nummer [nummer 7] . De omschrijving bij de foto’s komt overeen met de beschrijving op de factuur. Naast de foto is steeds de vermelding “ [HS code 2] ” opgenomen.Eiseres heeft bij de aanvulling van haar gronden (24 juni 2024) voor het nu ter beoordeling liggende verzoek om terugbetaling foto’s dezelfdeproductsheets overgelegd.
Beide zaken
6. Bij de behandeling van de verzoeken om terugbetaling heeft verweerder eiseres verzocht om een zichtmonster te overleggen van de in de aangifte opgenomen artikelen. Bij e-mail van 19 mei 2022 heeft eiseres bericht dat zij geen monster van de artikelen beschikbaar heeft.
7. Op basis van de aangiften, de daarbij behorende facturen, de foto’s, de beschrijvingen bij de foto’s en hetgeen partijen daarover onweersproken hebben gesteld, zijn de ‘sofa protectors elite’ geconfectioneerde artikelen, die zijn opgevuld met ‘glue polyester’ en bestaan uit een (per verschillendesofa protector elite in lengte variërend) rechthoekig middendeel en achterdeel, met aan twee zijden van het middendeel aangenaaide, eveneens rechthoekige delen (‘flappen’). Desofa protectors elite zijn gemaakt van polyester, die in een ruitpatroon zijn doorstikt en afgezet met een bies. Met het midden- en achterdeel worden, blijkens de van het dossier deel uitmakende foto’s, de zitting onderscheidenlijk de rugleuning van de fauteuil of bank bedekt en met de flappen de armleuningen. De ‘sofa protectors elite ’ kunnen over een eenpersoonsfauteuil of twee- of driepersoonsbanken worden gelegd en dienen onder meer als decoratie en tot bescherming van de fauteuil of bank tegen vuil en haren van huisdieren. De ‘sofa protectors elite’ bevatten geen voorzieningen voor bevestiging aan fauteuil of bank.
Geschil
8. In geschil is of verweerder de verzoeken om terugbetaling terecht heeft afgewezen. Meer in het bijzonder is de tariefindeling van de aangegeven goederen in geschil.
9. Eiseres meent dat zij de goederen ten onrechte als ‘stoelhoezen’ van GN-onderverdeling 6304 9300 (‘andere artikelen voor stoffering, andere dan die bedoeld bij post 9404’) heeft aangegeven, omdat het ‘artikelen voor bedden en dergelijke’ van GN-onderverdeling 9404 9090 zijn.De ‘sofa protector elite ’ is geen gewatteerde deken of hoes die over een bank kan worden getrokken, maar een sprei of een kleed, die over een bank wordt gelegd om hem tegen vuil te beschermen. Onder GN-post 9404 worden onder meer ingedeeld artikelen voor bedden en dergelijke, dus niet alleen voor bedden.In verordening (EG) nr. 651/2007 van 8 juni 2007 (PbEU 2007, nr. L 153), wordt stoelbekleding voor autostoelen uitgesloten van indeling onder GN-post 9404, omdat het is ontworpen om te worden gebruikt in motorvoertuigen. Stoelbedekking die niet is ontworpen voor autostoelen moet dus wel worden ingedeeld in GN-post 9404.Voor vergelijkbare producten zijn bindende tariefinlichtingen (bti’s) afgegeven voor indeling onder GN-post 9404.
Eiseres concludeert tot gegrondverklaring van de beroepen, vernietiging van de uitspraken op bezwaar met dagtekeningen 18 juli 2022 en 21 juli 2022 en van de beslissingen op de verzoeken om terugbetaling en verzoekt de rechtbank te bepalen dat de in geschil zijnde goederen moeten worden ingedeeld in GN-onderverdeling 9404 90 90, met veroordeling van verweerder tot vergoeding van het griffierecht.
10. Verweerder meent dat de goederen niet kunnen worden ingedeeld onder GS-post 9404. Volgens de IDR-toelichting op deze post omvat “artikelen voor bedden en dergelijke” naast bedden ook banken en andere zitmeubelen die tot bed kunnen worden omgevormd als bedoeld in GN-post 9401, zoals slaapbanken en bedbanken.De sofa-protectors zijn niet bestemd om te worden gebruikt als deken, dat wil zeggen niet tot beschutting tegen de kou, maar dienen ter bescherming van een stoel of een bank die niet tot bed is omgevormd. Dat de goederen gewatteerd zijn maakt dat niet anders, omdat de eigenschap ‘gewatteerd’ slechts een voorwaarde is voor bedspreien om te kunnen worden ingedeeld onder GN-post 9404.Met het begrip “andere artikelen voor bedden en dergelijke” wordt bedoeld “dergelijke meubelen als bedden”, waarmee bedbanken en slaapbanken worden bedoeld, en niet, zoals eiseres betoogt, een ander artikel dan een artikel bedoeld voor een bed of slaapbank.Nu de sofa-protectors niet onder GN-post 9404 kunnen worden ingedeeld, zijn zij correct ingedeeld onder GN-post 6304, en heeft eiseres geen invoerrechten betaald die niet wettelijk verschuldigd waren.Verweerder ziet zijn standpunt bevestigd in Verordening (EG) nr. 651/2007: net zoals stoelbekleding voor autostoelen zijn de onderhavige goederen geen ‘artikelen voor bedden en dergelijke’, waardoor indeling onder GN-post 9404 uitgesloten is. Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.Juridisch kader GN-post 6304 luidde, ten tijde van de invoer in 2018 en 2019, voor zover van belang, als volgt:
6304 |
Andere artikelen voor stoffering, andere dan die bedoeld bij post 9404: |
- bedspreien: |
|
(…) |
|
- muskietennetten bedoeld bij aanvullende aantekening 1 op dit hoofdstuk |
|
- andere: |
|
(…) |
|
6304 93 00 |
- - andere dan van brei- of haakwerk, van synthetisch vezels |
(…) |
De toelichting IDR (explanatory note ,general ) op hoofdstuk 63 van het Geharmoniseerd Systeem (GS) luidt, voor zover van belang, als volgt:
GN-post 9401 luidde, ten tijde van de invoer in 2018 en 2019, voor zover van belang, als volgt:
9401 |
Stoelen, banken en andere zitmeubelen (andere dan die bedoeld bij post 9402), ook indien zij tot bed kunnen worden omgevormd, alsmede delen daarvan: |
(…) |
De toelichting IDR op GS-post 9401 luidt, voor zover van belang, als volgt:
GN-post 9404 luidde, ten tijde van de invoer in 2018 en 2019, voor zover van belang, als volgt:
9404 |
(…); artikelen voor bedden en dergelijke (bijvoorbeeld matrassen, dekbedden, gewatteerde dekens, kussens, poefs, peluws), met binnenvering of opgevuld met ongeacht welk materiaal, dan wel van rubber of van kunststof, met celstructuur, ook indien overtrokken: |
9404 10 10 |
- springbakken,spiraalmatrassen en dergelijke in een lijst of in een raam gevatte matrassen |
- matrassen: |
|
(…) |
|
9404 30 00 |
- slaapzakken |
9404 90 |
- andere: |
9404 90 10 |
- - gevuld met veren of dons |
9404 90 90 |
- - andere |
De toelichting IDR op GS-post 9404 luidt, voor zover van belang, als volgt:
Beoordeling door de rechtbank
11. Op grond van artikel 116, eerste lid onder a, gelezen in samenhang met artikel 117 van het Douanewetboek van de Unie (hierna: DWU) wordt een bedrag aan invoerrechten dat teveel in rekening is gebracht terugbetaald. Eiseres heeft verzocht om terugbetaling. Zij betoogt dat aan haar te hoge bedragen aan invoerrechten in rekening zijn gebracht. Voor het antwoord op de vraag of de geheven rechten wettelijk zijn verschuldigd is een redelijke verdeling van de bewijslast het uitgangspunt (zie het arrest van de Hoge Raad van 30 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:3178).
11. Voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de postonderverdelingen, de aantekeningen op de afdelingen en op de hoofdstukken en de algemene indelingsregels. Het is vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ) dat in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in het algemeen moet worden gezocht in hun objectieve kenmerken en eigenschappen, zoals deze in de tekst van de GN-posten en in de aantekeningen op de afdelingen en de hoofdstukken zijn omschreven. Hierbij vormen de GS- en de GN-toelichtingen nuttige aanwijzingen voor de tariefindeling, ook al zijn deze toelichtingen slechts uitleggingen en rechtens niet bindend (zie HvJ 26 april 2017, C-51/16 (Stryker EMEA Supply Chain Services BV), r.o. 39 en 45).
13. Nu eiseres wil afwijken van haar aangifte, draagt zij de bewijslast van haar stelling dat zij de ‘sofa protectors elite’ ten onrechte als ‘andere artikelen voor stoffering, andere dan die bedoeld bij post 9404’ onder de GN-onderverdeling 6304 9300 heeft ingedeeld en dat dit als ‘artikelen voor bedden en dergelijke’ onder GN-onderverdeling 9404 9090 had moeten zijn.
14. Het betoog van eiseres, dat indeling onder GN-post 6304 alleen mogelijk is voor artikelen die niet (op)gevuld zijn, verwerpt de rechtbank. Uit de in GN-post 6304 gegeven omschrijving van de goederen die onder deze post moeten worden ingedeeld, blijkt niet dat voor de indeling sprake moet zijn van een niet (op)gevuld goed. Dat ook opgevulde goederen (“tussenlaag van gebonden textielvlies, die dient als vulling”) onder deze post kunnen worden ingedeeld, blijkt ook uit Verordening (EG) nr. 651/2007, waarnaar door eiseres is verwezen en op grond waarvan stoelbekleding met vulling in GN-post 6304 moet worden ingedeeld.
14. Ter onderbouwing van haar stelling, dat voor met de ‘sofa protector elite ’ vergelijkbare producten bti’s met een indeling onder GN-post 9404 zijn afgegeven, heeft eiseres onder meer gewezen op een in Duitsland afgegeven bti met referentie DEBTI38166/19-1. Deze bti heeft volgens de omschrijving betrekking op een ‘quilt’ van 191 cm x 165 CM (L x B). Verder heeft eiseres verwezen naar een in Duitsland afgegeven bti met referentie DEBTI51402/19-1. Volgens de omschrijving heeft deze bti betrekking op een zogenaamde “picknickdeken/fleecedeken”, zijnde een ongeveer 120 x135 cm grote, rechthoekige deken met afgeronde hoeken.
16. De rechtbank stelt voorop dat de bti’s niet aan eiseres zijn verstrekt, zodat zij zich er niet op kan beroepen, maar hem wel als bewijs kan aanvoeren (Hof van Justitie, 7 april 2011, nr. C-153/10, Sony Supply Chain Solutions (Europe) BV, punt 40 en 41). De bti met referentie DEBT151402/19-1 kan als bewijsmiddel echter niet leidend zijn voor de indeling van de in geding zijnde “sofa protectors elite”, omdat de objectieve kenmerken en eigenschappen van de ‘picknickdeken/fleecedeken’ niet vergelijkbaar zijn met de objectieve kenmerken en eigenschappen van de in geding zijnde ‘sofa protectors elite’ . Ook de bti met referentie DEBT138166/19-1 kan niet dienen als bewijsmiddel, omdat, zoals verweerder ter zitting onweersproken heeft toegelicht, deze bti in 2021 met code 64 is ingetrokken. Deze intrekkingscode wordt gebruikt wanneer een bti zijn geldigheid verliest in verband met een verkeerde indeling.
16. Voor de onderbouwing van haar stelling dat de ‘sofa protectors elite ’ onder GN-post 9404 moeten worden ingedeeld, verwijst eiseres onder meer naar Verordening (EG), nr. 651/2007. Deze verwijzing treft geen doel, allereerst al omdat dit een ander goed betreft, namelijk stoelbekleding voor een autostoel. De motivering voor de indeling van deze stoelhoes luidt onder andere:“Omdat dit artikel ontworpen is om te worden gebruikt in motorvoertuigen, kan het niet worden aangemerkt als een artikel voor bedden en dergelijke. Daarom is het uitgezonderd van post 9404.” De conclusie die eiseres uit de motivering van de Commissie trekt, namelijk dat als het artikel (stoelbekleding) niet was ontworpen voor motorvoertuigen maar voor reguliere zitmeubelen het aangemerkt zou zijn als een artikel voor bedden en dergelijke en onder GN-post 9404 ingedeeld had moeten worden, is onjuist, want dat staat er niet. Dat het artikel (stoelbekleding) niet kan worden aangemerkt als “een artikel voor bedden en dergelijke”, omdat het ontworpen is om te worden gebruikt in motorvoertuigen, maakt niet zonder meer dat als het artikel is ontworpen voor reguliere zitmeubelen, het wel kan worden aangemerkt als een artikel voor bedden en dergelijke.
18. Ten slotte betoogt eiseres dat het woord “dergelijke” in GN-post 9404 anders moet worden uitgelegd dan verweerder doet. Volgens eiseres kunnen onder GN-post 9404 meer artikelen worden ingedeeld dan alleen artikelen voor bedden. Ter onderbouwing van deze stelling verwijst eiseres onder meer naar de in Duitsland afgegeven bti met referentie DEBT151402/19-1 voor een “picknickdeken/fleecedeken”. Daarover heeft de rechtbank geoordeeld onder overweging 16.
De rechtbank verwerpt ook overigens dit betoog. De Engelse tekst van GN-post 9404 luidt:Mattress supports; articles of bedding and similar furnishing (for example, mattresses, quilts, eiderdowns, cushions, pouffes and pillows) . Het woord “similar furnishing” wijst op meubels met een vergelijkbare functie als een bed, in die zin dat er op wordt gelegen. De “sofa protectors elite ” zijn gelet op de flappen die over armleuningen worden gelegd speciaal bestemd voor zitmeubelen. Bovendien volgt uit het specifiek benoemen van een product als representant (voorbeeld) van een grotere groep producten, zoals het begrip “quilts” geenszins dat het specifiek genoemde product een reikwijdte heeft die verder gaat dan die van de post waarop het voorbeeld betrekking heeft (vergelijk de uitspraak van het Hof Amsterdam van 4 mei 2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:2253, overweging 5.3).
Conclusie en gevolgen
19. De beroepsgronden van eiseres slagen niet. De rechtbank is van oordeel dat verweerder de ‘sofa protectors elite ’ terecht onder de GN-onderverdeling 6304 9300 heeft ingedeeld. De ‘sofa protectors elite ’ hebben de kenmerken van een artikel voor stoffering van GN-post 6304, zoals het zichtbaar zijn voor wie zich in de ruimte bevindt. De ‘sofa protectors elite ’ zijn bedoeld voor de sofa/bank of stoel en niet voor bedden. Nu de ‘sofa-protectors elite ’ niet onder een andere post kunnen worden ingedeeld, zijn zij correct ingedeeld onder GN-post 6304. Eiseres heeft dus geen invoerrechten betaald die niet wettelijk verschuldigd waren en haar verzoeken om terugbetaling zijn terecht afgewezen.
20. Gelet op wat hiervoor is overwogen, dienen de beroepen ongegrond te worden verklaard. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.
Beslissing
De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.M.C. Schipper, voorzitter, en mr. dr. C.A. Schreuder en mr. E.M.R. Vennekens, leden, in aanwezigheid van mr. W.G. van Gastelen, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 15 augustus 2024.